Vreemd genoeg ben ik nooit bang geweest om dood te gaan. Niet omdat ik zo moedig ben, maar omdat ik niet kan begrijpen dat het mij zou kunnen gebeuren. ![]() ‘De morgenster’ is het eerste deel van een nieuwe reeks van Karl Ove Knausgård. Het boek is gepubliceerd in 2020, vertaald door Martin Mars en in Nederland gepubliceerd in 2021. Knausgård staat bekend om zijn vermogen om het alledaagse tot in de kleinste details te beschrijven en tegelijk universele, existentiële thema’s aan te snijden met in dit boek een leidend bovennatuurlijk fenomeen. In ‘De morgenster’ ontstaat een soort filosofische puzzel waarvan de contouren pas echt zichtbaar worden bij de laatste bladzijde – of specifieker: in het essay dat het boek afsluit. Het boek leest fijn en snel en er ontvouwt zich een intrigerend en diepgaand verhaal. Toch is het ook zoeken door het fragmentarische karakter. “Het mooie was het idee dat de duisternis onafhankelijk van hen inviel. Dat ze lagen te slapen terwijl buiten het licht uit de bomen en de bosgrond verdween en nog een tijdje zwak aan de hemel bleef schemeren. Tot ook die zwart werd en het enige licht in het landschap het schijnsel van de maan was dat door het wateroppervlak in de baai spookachtig werd weerkaatst.” ‘De morgenster’ opent met een astronomisch fenomeen: een mysterieuze nieuwe ster verschijnt plotseling aan de hemel. Het verbindt een reeks ogenschijnlijk losse verhaallijnen, die weinig met elkaar te maken lijken te hebben. We volgen verschillende personages, ieder met hun eigen achtergrond, levensfase en perspectief. Van een predikant die de liefde voor haar man verliest en worstelt met geloof en zingeving, tot een ziekenhuisverpleegkundige die geconfronteerd wordt met vreemde medische fenomenen, en van een tienerjongen met duistere gedachten tot een kunstenaar die mentale grenzen opzoekt. Zo nu en dan raken de personages elkaar en wandelen ze door elkaars hoofdstukken heen. De kracht van het boek ligt in de manier waarop Knausgård deze levens beschrijft: met een haast klinische nauwkeurigheid en tegelijk een voelbare empathie. Hij laat je als lezer intiem meekijken in het hoofd en hart van zijn personages, de wanhoop en zoektocht. “Ze leek net een meisje dat verdwaald was in de wereld en zichzelf vertelde hoe goed alles ging.” Er wordt gediscussieerd over religie, we zien psychisch lijden, we ontmoeten de dood en zien de zorg voor anderen en de wanhoop als dit niet lukt. En dan is daar het magische element aan de hemel, de grote morgenster, de supernova die oplicht aan de hemel. Is dit het begin van het einde of de redding die de personages in het boek zo wanhopig zoeken? Knausgårds personages reflecteren op het leven, de dood, geloof, het kwaad, hun identiteit en bewustzijn. “Ik wilde betekenis geven aan mijn leven. Maar ik kon niet geloven in iets waar ik niet in geloofde. Ik kon me er niet in storten en hopen dat iets daar me wel zou opvangen, heel simpel omdat ik niet geloofde dat er daar iets was.” Deze overdenkingen zijn niet geforceerd of abstract, maar ontstaan organisch uit hun dagelijkse bezigheden en confrontaties. Als Tove psychisch lijdt en haar man Arne zo goed mogelijk voor haar probeert te zorgen en de kinderen wil beschermen verliest hij de moed en verschuilt zich in drank. Knausgård lijkt er bewust voor te kiezen om het realisme te doorbreken met bijna metafysische observaties en gebeurtenissen. Soms scherpzinnig en soms wat over de top naar mijn idee. Hierdoor ontstaat wel een sfeer waarin het alledaagse en het bovennatuurlijke op natuurlijke wijze naast elkaar bestaan. Dat Knausgård het alledaagse tot in de minutieuze details kan beschrijven dat bewijst hij in dit boek ook weer. Hij gaat zeer gedetailleerd in op de beroepen en werkomgevingen van zijn personages. Of het nu gaat om een journalist en de honger naar nieuws, een verzorgende, een arts in het ziekenhuis of een predikant. “Waren deze gedachten, al die vormen van vooroordelen, zo vaak gedacht dat ze een deel van ons waren geworden ook al hadden we ze niet zelf gedacht?” Niet alleen de handelingen worden nauwkeurig geschetst, maar vooral de gedachtepatronen en overwegingen die bij het werk horen. De beroepen zijn geen toevallige setting, maar vormen een lens waardoor het grotere thema – de grens tussen leven en dood, mens en dier, goed en kwaad, zorgen voor jezelf en voor anderen – scherp in beeld komt. Het boek lijkt met elkaar verweven door kleine elementen die gedurende het verhaal duidelijk worden. Toch is er bij elke wisseling van perspectief een zekere afstand die opnieuw overbrugd moet worden – iets wat soms even schakelen vraagt als lezer. “Nu hield ik het meest van augustus. Dat was ook niet zo vreemd; ik stond midden in het leven, in een tijd waarin dingen worden voltooid, in het langzaam stagneren van de overvloed, vlak voordat die begint af te nemen en in een al even traag verval verdwijnt.” Als je vervolgens het essay aan het einde van het boek leest vallen alle puzzelstukjes op hun plaats van de filosofische en diepgaande lijn die door het boek verweven is en komen we uit bij de dood. Dit houdt de vraag overeind of dit het begin van het einde is of de redding. “De morgenster is een roman over het onbevattelijke, over het grote drama gezien door de beperkte lens van het kleine leven. Maar bovenal is het een roman over wat er gebeurt als de duistere kracht in de wereld wordt losgelaten.” Een boek wat in deze tijd zeker relevant is en waar een filosofisch onderzoekend perspectief geen kwaad kan. Het boek daagt uit tot nadenken over dat waar je goed mee doet en dat waar je kwaad mee doet, voor jezelf en de mensen om je heen. Bij de opdracht voor in het boek staat: “In die dagen zullen de mensen de dood zoeken, maar die niet vinden. Ze zullen ernaar verlangen te mogen sterven, maar de dood zal van hun wegvluchten.” En met deze opdracht is het hoofdthema in het boek duidelijk. Een uiterste wanhoop in zware tijden zonder te kunnen ontsnappen. Morgenster is een boek die je laat nadenken, verwart, verwondert en soms zelfs frustreert – maar altijd blijft boeien. Knausgård toont zich wederom een meester in het blootleggen van de duistere wanhoop in een wereld waar overvloed is. Sommige passages in het boek zijn ronduit verrassend, soms ook wat grotesk of onwaarschijnlijk. Voor wie bereid is zich over te geven aan het ritme en de veelheid aan perspectieven, is dit boek een wonderlijke zoektocht, een onderzoek naar religie en realiteit. “De schrijftaal is de horizon van de cultuur, de dood is de horizon van het leven, en dat mensen schrijftaal in de eerste plaats benutten om zich tot de dood te wenden, heeft op een wonderbaarlijke maar duidelijke manier betekenis.” De morgenster van Karl Ove Knausgård, vertaald door Martin Mars en uitgegeven door De Geus in 2021. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link.
0 Opmerkingen
Wie weet, misschien behoort verwachting wel tot de natuur van de horizon, want ik volgde die verre rode schitteringen alsof ook ik iets van die horizon verwachtte. ![]() Wieslaw Myśliwski’s meesterlijke en meest autobiografische roman ‘De horizon’ is gepubliceerd in 1996 en in 2017 uitgebracht in Nederland, vertaald door Karel Lesman. ‘De horizon’ gaat over een kindertijd in Polen en laat een ontroerend portret zien van een klein gezin en intrigerende familie. Myśliwski’s werk is lange tijd onopgemerkt gebleven door zijn teruggetrokken bestaan. Toch is het boek ‘De horizon’ bekroond met de prestigieuze Nike-literatuurprijs in 2017. In het boek ontmoeten we Piotr, een oudere man, die terugblikt op zijn leven en jeugd in Polen getekend door de Tweede Wereldoorlog. Hij beschrijft een foto van hem en zijn vader en aan de hand van deze foto en beschrijving leren we langzaam het gezin en de familie kennen. “Een mens zou zich niet zoveel moeten herinneren. Een mens is geen vat. Niet alles past erin. En het ergste is als het begint over te lopen.” In het begin van het boek trekt Piotr als kind met zijn vader, een voormalige officier, en zijn moeder in bij zijn schoonfamilie op het Poolse platteland. De Tweede Wereldoorlog is in volle gang en ze zijn geëvacueerd uit de grote stad. Eenmaal op het platteland volgen we het geklets en de rituelen van Piotrs grootouders, moeder, ooms en tantes. Vanuit gesprekken en gewoonten die ogenschijnlijk nergens over gaan, leren we de familie diepgaand kennen. Zo gaat de hele familie op zaterdag naar het land om te werken en blijft tante Jadwina als enige achter om haar haren te wassen en niemand vind dit erg, ook opa niet. Oom Stefan weet op zaterdagochtend altijd even te ontsnappen van het land en terug te keren naar het huis. “Niemand droomt zomaar voor niks. Dromen moet je met het leven verdienen en vaak betaal je daarvoor een bittere prijs. Ach, hoe bitter. Je droomt niet van pijn als het in het echt niet pijn doet. Je droomt ook niet van liefde al je in het echt niet lief hebt.” Gedurende het verhaal wordt later duidelijk waarom niemand in de familie dit erg vindt. Je hebt het gevoel bij het gekibbel aan de keukentafel te zitten. Terugblikkend wervelt het boek rustig door het leven van Piotr. Aan de hand van diverse onderwerpen, voorwerpen en plaatsen wordt het leven stukje bij beetje opgebouwd en afgepeld. Bijvoorbeeld regen of het verhaal over de ongelijke schoen. Het zijn kleine voorwerpen die groots worden gemaakt. Als fragmenten die op willekeurige momenten opduiken en samen in vele lagen het leven compleet maken en met gemak in elkaar overvloeien. “Ze heeft me die schoen tot het einde van haar leven voorgehouden. Net zoals ze mijn vader voor hield dat hij haar zo vroeg had verlaten, waarbij ze zijn dood niet als een dood beschouwde waarvan zij wist dat hij er geen vrede mee kon hebben, maar als een verduistering waar hij zich vanuit een eigen keuze in het geheim voor haar schuldig aan had gemaakt.” In al deze kleine dingen leren we de bijzondere karakters van de familieleden kennen. Het is een fantastische opbouw van personages. Compleet, meelevend, bizar. Zo heeft oom Wadlek een grootse obsessie voor Raafje, de hond waarvan een oog uitgestoken is en wat oom Wadlek maar niet kan laten rusten. Ook de recepten van moeder en het nauwkeurig bijhouden daarvan in haar schrift, de verloren schoen, vader met zijn ziekte en de droom van de leren schoenen en bijpassende tas die hij voor moeder zou kopen, of zijn verhalen over veldslagen. Tante Jadwina met haar haar en haar fenomenale borstpartij. En niet te vergeten, de dames Poncka met hun tango, cacao en stropdassen waarbij het gezin in het souterrain woont. Al deze voorbeelden zijn met aandacht uitgewerkt en roepen effectief beelden en gevoelens op waarbij meerdere lagen worden aangeboord. Mijn nieuwsgierigheid naar de personages wordt gewekt en de humor en wonderbaarlijke beschrijvingen zorgen ervoor dat ik mij blijf verwonderen. ‘De horizon’ is prachtig geschreven met een nuchtere, poëtische en lyrische schrijfstijl. Meeslepend en ontroerend krachtig neemt Myśliwski ons mee in zijn meest autobiografische roman. Een stukje uit het boek waarbij de emotie en spanning van Piotr voelbaar is in de meeslepende schrijfstijl van Myśliwski ontstaat bij de speech van de kameraad. Voorbereid komt Piotr ten tonele om een speech te doen als blijkt dat voor hem een openingsspeech wordt gehouden door de eerste secretaris die gelijk blijkt te zijn aan die van Piotr. We volgen de gedachten van de jongen in detail en de hoop dat de secretaris halverwege stopt zodat hij het af kan maken komt tot leven en wordt ongeëvenaard ten tonele gebracht. De tijd loopt door elkaar in het boek en gaat naadloos in elkaar op en over. De herinneringen lopen door elkaar en dat kan er ook voor zorgen dat het boek wat uitdagender is om te lezen. Toch past het goed bij het idee dat het leven niet altijd logisch of chronologisch te begrijpen is. Zelden maakt Myśliwski gebruik van jaartallen. De tijdsaanwijzingen blijven vaag in de zin van voor, tijdens of na de oorlog waardoor het leven van Piotr en zijn familie organisch in elkaar overvloeien. Tijdens het lezen lijkt het een circulair opgebouwd verhaal. Cirkels van woorden in een cirkel van het verhaal. Zoals het verhaal van het opstel over de regen. Hij krijgt deze opdracht van de meester en vervolgens schrijft hij in het boek al zijn ervaringen met regen terugkijkend op het leven. En sluit vervolgens af met nadenken wat hij in het opstel over het nut van regen moet schrijven voor de meester. Een fenomenaal voorbeeld van hoe het boek de tijd laat vertragen en de steeds verspringende gedachten van Piotr volgt. Al dromend beweegt het boek zich door de cirkels van het bestaan heen. “Dromen weten het meest. In dromen kun je van iets dromen wat je anders nooit zou hebben geweten.” ‘De horizon’ doet mij aan het einde denken aan ‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Gabriel García Márquez. Als ik vervolgens de achterkant lees, beschrijft de vertaler Karel Lesman: “Dit is geen magisch realisme, die is lyrisch realisme.” Dit kenmerkt zich door de poëtische woorden voor realistische situaties, de innerlijke beleving die als rode draad door het boek heenloopt en een vertraagde tijdservaring waarin tijd fluïde is en herinnering en bespiegeling de structuur bepalen. Wiesław Myśliwski wordt vaak gezien als een van de grootste Poolse schrijvers van de 20e eeuw, en ‘De horizon’ is een perfect voorbeeld van zijn unieke stijl en visie. Zijn vermogen om het alledaagse te verheffen tot iets levendigs en daar een ontroerend portret uit te distilleren is een van zijn grootste krachten. Met een poëtische woorden in lange, meanderende zinnen die de innerlijke gedachten van Piotr volgen ontstaan er diepgaande inzichten en prachtige beelden in een realistische alledaagsheid. De melancholie die door het boek heen loopt, is aangrijpend, maar wordt verzacht door momenten van schoonheid en hoop. “De zon begon als een kuiken uit de schaal uit de aarde te kruipen en de dauw was na de nacht nog niet verdampt.” De meningen over dit boek lopen zeer uiteen. Het is geen gemakkelijk boek om te lezen en het vraagt inderdaad wat van de lezer. Het wordt wel een oefening in geduld genoemd en wellicht terecht want Myśliwski heeft een rustig voortkabbelende stijl waar hij gerust meerdere pagina’s kan vullen over de ongelijke schoen. “Misschien ging het haar wel helemaal niet om die schoen, want elke keer als ze er tegen mij weer over begon, voelde ik alsof die verloren schoen haar hielp een beetje van de pijn los te laten als ze van pijn vervuld was. Ik begreep alleen niet waarom nu juist die schoen?” Toch vind ik het een fantastisch boek. Zeker in het begin kost het boek mij ook enig aandacht, maar al snel bevind ik me midden in het verhaal en kan ik het boek niet meer wegleggen. De schrijfstijl biedt rijke beloningen in de vorm van diepgaande inzichten en prachtige beelden. Juist in de details bouwen de lagen van het verhaal en het leven van Piotr in Polen zich op. Al met al vind ik ‘De horizon’ van Wiesław Myśliwski een meesterwerk dat je uitdaagt om na te denken over de grote vragen in het alledaagse leven. Het is een boek dat tijd en aandacht vereist, maar de beloning is een onvergetelijk verhaal. Met zijn poëtische stijl, diepgang en kronkelende gedachtengang behoort dit boek tot de literatuur die blijft hangen en je niet meer loslaat. “Woorden groeien in een mens immers tezamen met hem. Ze worden als uit ijzererts uit zorgen, kwellingen, tranen gesmolten. Niemand krijgt ze ten geschenke, alleen omdat hij waar en wanneer is geboren. De prijs van de woorden is ons lot.” De horizon van Wieslaw Mysliwski, vertaald door Karol Lesman en uitgegeven door Querido in 2018. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Als het heldere daglicht verdwenen is, zet de overgebleven helft alles op alles om te sprankelen, en daarom is het nachtlicht zo speciaal. ![]() ‘Alle geliefden van de nacht’ is het vijfde boek van de Japanse schrijfster en zangeres Mieko Kawakami. Recentelijk wordt meer van Kawakami’s werk ook in het Nederlands vertaald. Dit boek is in 2024, vertaald door Maria Smolders, door De Wereldbibliotheek gepubliceerd. De Japanse literatuur is in trek in Nederland en daar mag deze zeker niet in missen. Kawakami wordt inmiddels al in één zin met de immens populaire Murakami genoemd, en terecht. Het is een fijn geschreven en een intrigerend verhaal doordrenkt met elementen uit de Japanse cultuur en het dagelijkse leven. Ik denk dat het een heerlijk, herkenbaar boek is voor alle dertigers en iedereen die op dat decennium van hun leven terug kunnen kijken. Fuyuko Irie is een hardwerkende freelance redacteur in Tokio van halverwege de dertig. Geïsoleerd en geroutineerd komt ze haar dagen door werkend vanuit huis. Ze voelt zich voortdurend ongemakkelijk en opgelaten in het bijzijn van andere mensen. Ze denkt veel na over hoe het leven zou kunnen en moeten zijn, wat moet ze doen om echt te leven. In haar sociale contacten voelt Irie zich voortdurend ontoereikend. Bijvoorbeeld met haar opdrachtgever en vriendin Hijiri, een krachtige, succesvolle vrouw die volop van het leven geniet. Maar alleen in haar eigen huis, voelt ze zich goed en vrij. “Ik sloot mijn ogen, strekte mijn armen uit en bewoog mijn lichaam en mijn hoofd alle kanten op, en dansend alsof ik het licht door elkaar wilde roeren liep ik zo eindeloos de kamer rond.” Wanneer ze op een dag besluit haar huis uit te gaan en naar een cultureel centrum te gaan, is het enige wat haar genoeg moed geeft om dat te doen door veel alcohol te drinken waarmee ze in haar dagelijkse leven de scherpe randjes ervan af haalt. Tijdens deze ontdekkingsreis ontmoet ze verschillende mensen die haar uitdagen en inspireren om naar buiten te gaan en haar perspectief op zichzelf en de wereld om haar heen te herzien. Tijdens deze zoektocht naar verandering ontmoet ze verschillende mensen die haar uitdagen en inspireren om naar buiten te gaan. Onderweg komen herinneringen en emoties naar boven die ze lange tijd heeft onderdrukt, waardoor ze geconfronteerd wordt met haar verleden en de keuzes die haar tot dit punt hebben gebracht. Ze onderzoekt zichzelf als de vrouw die van een focus op fouten haar beroep heeft gemaakt, mislukt in haar graai naar positivisme. “Als er een succesformule bestaat voor hoe je moet leven, dan is het wel dat je over de hele linie niet te serieus moet zijn.” Kawakami wordt inmiddels in één zin genoemd met gigant Haruki Murakami en ik kan mij daar wel in vinden. Net als de boeken van Murakami kon ik ook dit boek niet wegleggen. Ondanks dat er weinig gebeurt in het boek, grijpt de ingetogen beschouwing op eigen leven, gevoel en denken mij aan. Iets waar ook Murakami een ster in is. Ook de kleine dagelijkse dingen die beschreven worden in dit boek zijn een knipoog naar het werk van Murakami. Waar Kawakami wel een duidelijk verschil maakt is het centrale vrouwelijke personage. De boeken van Murakami gaan voornamelijk over mannen, meestal eenzame mannen en de vrouwen staan niet centraal in deze boeken. Kawakami onderzoekt met haar boeken, waaronder ook in ‘Alle geliefden van de nacht’ wat de positie is van de vrouw in de Japanse cultuur. Ze geeft daarmee nadrukkelijk meer gezicht aan de Japanse vrouw de onmogelijke standaarden waaraan vrouwen moeten beantwoorden. Mieko Kawakami maakte vaak gebruik van Osaka-ben, een kenmerkend Japans dialect dat in Osaka en omliggende steden wordt gesproken, en het Japans is van de arbeidersklasse in Osaka. Smolders heeft dit fenomenaal vertaald en laat de sfeer leven in het boek. Kawakami's schrijfstijl is introspectief en poëtisch, met oog voor detail en nuance. “Alsof ze iets wilden ontvluchten, alsof ze mij wilden ontvluchten, kropen de tranen als levende wezens die ’s nachts actief zijn over mijn wangen en bleven maar stromen, onder ophouden.” Ze slaagt erin de innerlijke wereld van haar protagonist op een authentieke en meeslepende manier te beschrijven. De stad komt tot leven onder de pen van Kawakami. Dertigers opgelet! Kawakami weet het leven van de Japanse vrouw midden dertig ontzettend mooi te vangen en vooral de innerlijke reuring. In het boek zit een fragment dat Irie in een boekenwinkel is en allemaal dames van haar leeftijd rondom een boekentafel ziet staan. De boeken gaan over trouwen, kinderen krijgen, liefde vinden, verliefdheid, alleen blijven, werken, hoe je moet leven als je dertig bent of in de dertig bent. Ik denk herkenbaar voor veel dertigers in de Westerse landen. Hoe is het dan in Japan? Ook in Japan worden vrouwen in de dertig vaak geconfronteerd met verschillende maatschappelijke verwachtingen en stereotypen die voortkomen uit traditionele opvattingen over genderrollen, huwelijk en carrière. “Omdat ik bang was om gekwetst te worden, deed ik niets. Omdat ik bang was voor mislukkingen, omdat ik bang was om gekwetst te worden, had ik nergens voor gekozen en niets gedaan.” In de Japanse samenleving wordt jeugdige schoonheid sterk gewaardeerd. Vrouwen boven de dertig worden soms als minder aantrekkelijk gezien en krijgen te maken met leeftijdsdiscriminatie. Ongehuwde vrouwen die ervoor kiezen om een onafhankelijk leven te leiden, kunnen te maken krijgen met sociale isolatie en vooroordelen. En dat zijn een paar van de stereotyperingen waar Japanse vrouwen tegenaan lopen die Kawakami ontzettend mooi heeft verwerkt in dit boek, zowel in het karakter van Irie, maar ook van de sterke en onafhankelijke Hijiri. “Het werk dat ik nu deed, de plek waar ik woonde, het feit dat ik helemaal alleen was, dat ik niemand had om mee te praten… was dit het resultaat van keuzes die ik gemaakt had? Ergens ver weg hoorde ik het gekras van een kraai en ik keek naar het raam. En toen besefte ik dat ik nooit ergens voor gekozen had.” Alle geliefden van de nacht is een bitterzoete roman, intelligent en innemend, die ons eraan herinnert dat de pijn het soms waard is. Onderwerpen als eenzaamheid, zelfontdekking en de zoektocht naar verbinding worden onder een vergrootglas gelegd in een stad die eeuwig doorgaat en een leven dat stilstaat. Soms past een boek gewoon even bij je, soms past het bij je leven, soms zitten er herkenning in, soms raakt het je gewoon. Dit boek heeft mij gegrepen en ik ben zeer enthousiast. De boeken van Murakami lees is zeer gedoseerd zodat ik er langer van kan genieten, maar nu is er een schrijfster die hem kan evenaren. Lekker genieten dus van dit boek. Het is een mooie kennismaker met Kawakami’s werk en fantastisch en meeslepend geschreven. Alle geliefden van de nacht van Mieko Kawakami, vertaald door Maria Smolders en uitgegeven door De Wereldbibliotheek in 2024. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Ziel was het onveranderlijke deel van haarzelf. Het lichaam, daarentegen, was dat geduchte beest dat na jaren winterslaap ontembaar en veeleisend ontwaakte. ![]() Isabel Allende heeft vele boeken geschreven en een aantal van die boeken gaan over dezelfde familie of kunnen als een serie beschouwd worden. De boeken kunnen ook separaat gelezen worden. Zo ook het boek ‘Fortuna’s dochter’ wat in dezelfde serie past als ‘Portret in sepia’ en ‘Het huis met de geesten’ waar ik eerder al wat over geschreven heb bij de Letterfretter. ‘Fortuna’s dochter’ is gepubliceerd in 1999 als tweede boek in deze serie. ‘Het huis met de geesten’ vond ik een heerlijk boek dat ik niet meer weg kon leggen, dus mijn verwachtingen van ‘Fortuna’s dochter’ waren hoog. Allende schrijft fijn, de boeken zijn heerlijk leesbaar en het verhaal is goed met fijn opgebouwde en mooie iconische karakters. Toch vond ik dit boek minder. Enerzijds zijn de karakters minder uitgesproken en anderzijds komt het magisch realisme waar ik ontzettend van houd ook niet naar voren in dit boek. Of misschien waren mijn verwachtingen te hoog. In ‘Fortuna’s dochter’ volgen we de familie Sommers, twee broers en een zus, tussen 1843 en 1853. Eén van de broers is kapitein en vaart de wereld over, de andere broer is directeur van de Britse Compagnie in Chili en hun ongetrouwde zus Rosa bestierd het huishouden in Chili. Zij heeft een dochter Eliza aangenomen in huis en verzorgt haar met alle liefde, alsof ze haar eigen kind is. Net als zus Rosa komt Elize jong en ongetrouwd de liefde tegen en laat ze zich verleiden. En dan start haar reis, achter de liefde van haar leven aan richting de goudaders in Californië. Ze ontmoet Tao Chi’en en komt als verstekeling aan boord van een schip dat richting Californië gaat. Onderweg voert ze een doodsstrijd in een kleine benauwde ruimte onder het toeziend oog en de helende handen van Tao Chi’en. “Zijn oproepen tot gerechtigheid waren overgeleverd aan de genade van de wind en de onverschilligheid van de mensheid.” Eenmaal daar komt ze in een woestenij terecht. Een land vol misdaad, overvallen, gewelddadigheden, mishandelingen, moord en afpersing. Ook over haar geliefde gaan wilde geruchten rond. Hij zou een bandiet zijn die gruwelijkheden begaat en rondtrekt door het land, maar eeuwig getrouw aan zijn vriendin. “Wat was voor het land met onmetelijke ruimte en eenzame mannen, een land dat openlag om te worden veroverd en verkracht, een betere held dan een bandiet?” Op zoek naar hem ontmoet Eliza mensen, bouwt vriendschappen op en ontdekt haar ware liefde. Ze leert haar plek vinden in deze woeste samenleving. Allende staat bekend om haar kunst om historische contexten te verweven met krachtige persoonlijke verhalen en daarin universele thema’s als liefde, identiteit en samenleven te verkennen. In Fortuna's dochter neemt Allende de lezer mee op een meeslepende reis door het koloniale Chili en het ruige Californië tijdens de goudkoorts in de 19e eeuw. Tijdens de ontdekking en vorming van het nieuwe land, vormt ook het leven, de liefde en de identiteit van Eliza zich. Naast liefde, identiteit en zelfontdekking lopen ook schaamte en geheimen als rode draad door het boek heen. Een niet uitgesproken vaderschap, of de erotische romannetjes die Rosa schrijft en haar broer voor haar laat drukken in Londen. “Ze ging het domein van de dromen binnen over een weg die ze al vele malen begaan had en keerde terug met de grootst mogelijke behoedzaamheid, zodat de visioenen niet zouden uiteenspatten tegen het rauwe licht van het bewustzijn.” De familie Del Valle die in deze serie van Allende terugkomt, zien we maar heel even in dit boek. Toch blijkt de tiranniek van de vader over de arbeiders hier al een rol te spelen en ook aan ondernemerschap is geen gebrek. Fortuna is het stoomschip wat Paulina, de dochter van de familie Del Valle heeft gekocht. Het is een van de eerste stoomschepen die naar California heen en weer reist met een blauw blok ijs zo groot als een walvis en verse producten uit Chili. Allende’s schrijfstijl is een van haar grootste troeven. Haar taalgebruik is rijk, poëtisch en doordrongen van een zintuiglijke beeldtaal die jou als lezer volledig onderdompelt in de wereld van haar personages. In Fortuna’s dochter combineert ze een epische verhaallijn met intieme, persoonlijke momenten. Het resultaat is een verhaal dat zowel groots als diep menselijk aanvoelt. De structuur van het boek is lineair, maar met flashbacks waarin we de karakters beter leren kennen. Bijvoorbeeld de historie van Tao Chi’en en de rijke geschiedenis en cultuur van China die hij meebrengt naar de ‘melting pot’ die Californië tijdens de goudkoorts wordt. Deze uitstapjes in de flashbacks dragen bij aan de rijkdom en diepgang van het boek en zijn een heerlijke toevoeging aan het verhaal. Het magisch realisme waar Allende’s schrijfstijl van doordrongen is, komt in dit boek veel minder naar voren. Dat vind ik persoonlijk wel ontzettend jammer. Het geeft in mijn beeld zoveel meer perspectief aan haar verhalen. “Kennis zonder wijsheid is van weinig waarde en zonder spiritualiteit bestaat er geen wijsheid.” Eliza Sommers is een inspirerend personage wiens groei en onafhankelijkheid centraal staan in het verhaal. Haar reis naar zelfontdekking is universeel en tijdloos. Voor een vrouw in die tijd was dat zeker niet gewoon. “Ze had duidelijk het gevoel dat ze een nieuw verhaal begon waarin zij hoofdpersoon en vertelster tegelijk zou zijn.” Eliza ontmoet ook nog vele andere sterke vrouwen, beginnend met Miss Rose die heel bewust kiest om haar als kind aan te nemen, het geheim van haar broer te behouden en er heel bewust voor kiest om niet te trouwen. Joe de Bottenbreker en Esther zijn vrouwelijke personages die later terugkomen die ook bepalend zijn en krachtig genoeg zijn hun eigen verhaal vorm te geven en het plot van hun leven te veranderen wanneer ze dat willen. Maar ook Paulina Del Valle, de verstoten dochter die haar ondernemerschap omarmt en ontzettend rijk wordt met haar ideeën. “De angsten waren opgelost in de overweldigende grootsheid van het gebied.” Tao Chi’en, de Chinese arts die Eliza begeleidt en ondersteunt, is een ander gedenkwaardig karakter. Zijn verhaal biedt een fascinerende kijk op de ervaringen van Chinese immigranten in de Verenigde Staten tijdens de 19e eeuw. “De wereld is groot en het leven is lang. Alles is een kwestie van durven.” Zijn relatie met Eliza is gebaseerd op wederzijds respect en vriendschap, en biedt een tegenwicht aan de traditionele romantische verhaallijn. Samen gaan ze voor het goede en redden Ondanks dat boek niet helemaal aan mijn hoge verwachtingen voldeed, vond ik het wel een fijn boek om te lezen. Een heerlijke liefdesgeschiedenis om te lezen tegen een fantastisch historisch tijdperk. Allende blinkt in dit boek echt uit in de complexiteit van het samenkomen van de verschillende culturen in dit historische perspectief van de meedogenloze goudkoorts en de pasgeboren dorpen en steden in Californië. “Denk eraan dat de wijze man altijd vrolijk is, omdat hij de werkelijkheid aanvaardt.” Fortuna’s dochter van Isabel Allende, vertaald door Brigitte Koopmans en uitgegeven door De Wereldbibliotheek in 1999. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Alle dingen in de natuur hebben een verborgen lied, dingen die dromen tot een ademtocht ze een stem geeft. De melodie in het holle riet, de echo in de grond. Adem in. Adem uit. Bij elke ademtocht, nieuw leven. ![]() In 2001 publiceerde de Canadese schrijfster Kim Echlin haar tweede boek ‘Dagmars dochter’. Het boek is in het Nederlands vertaald door Anneke Goddijn en in 2002 gepubliceerd door de Geus. ‘Dagmars dochter’ is in alle opzichten een ritmisch boek waarbij de relatie tussen moeders en dochters een belangrijke plek inneemt. De muzikale en kunstzinnige ontwikkeling op het geïsoleerde eiland aan de Canadese kust nemen mysterieuze en magische vormen aan die weerspiegelt zijn in drie generaties vrouwen. We volgen de drie generaties vrouwen op het eiland Millstone Nether in de Golf van St. Lawrence bij Canada. Op het eiland bouwt Norea Nolan een bestaan voor zichzelf op. Ze wordt smoorverliefd op Rory en samen krijgen ze een dochter, Dagmar. Rory overlijdt voordat Dagmar geboren is en Norea staat er alleen voor. Ze werkt hard als melkvrouw op het eiland en voedt Dagmar op, zelfs als ze blind wordt na een abortus door de mysterieuze vrouw Moll, zet ze door. Dagmar blijkt te beschikken over magische krachten waarbij ze bloemen en planten razendsnel kan laten groeien en macht heeft over het weer. Ze wordt verliefd en samen krijgen ze een zoon en een dochter. Dochter Nyssa is een zeer getalenteerd muzikant en bespeelt haar viool als geen ander, een talent dat ze van haar vader heeft. Als Donal, een oude vriend van Colin, terugkomt op het eiland vallen Nyssa en Donal als een blok voor elkaar. Samen ontvluchten ze het eiland met desastreuze gevolgen voor de eilandbewoners. In het hele boek komt voortdurend het maken en creëren terug, bijvoorbeeld in de schilderkunst van een van de vrouwen op het eiland en uiteraard in de muziek die een rode draad door het verhaal laat klinken. “Op het eiland werd gedacht dat het leven niet mooi kon zijn zonder kunst, en ook dat kunst niet kon floreren zonder leven, vandaar dat er altijd iets verfraaiende werd gemaakt wanneer er extra tijd of materiaal was.” De kunst, natuur en de wijsheid geven een leidraad en kaders in het verhaal. Echlin heeft een poëtische en lyrische schrijfstijl met beeldende beschrijvingen. Ik vind het in dit boek minder goed uitkomen. Sommige schrijvers hebben dit zo volledig onder de knie dat een dergelijke schrijfstijl het verhaal verrijkt. Het lijkt in dit boek alsof Echlin ontzettend haar best doet om het mythische, poëtische, symbolische en lyrische in het verhaal te verwerken. Het beeldende taalgebruik en de symboliek ligt er te dik bovenop waardoor het verhaal overschaduwd wordt. Een van de onderdelen waar dit volgens mij het meest te merken is, is de opbouw van personages. Veel blijft vaag en onduidelijk. Alleen het karakter van Nyssa wordt iets meer uitgewerkt en opgebouwd. Ondanks dat het verhaal het leven van drie vrouwen schetst, weten we weinig tot niets over de achtergrond van Norea en ook Dagmar blijft vaag beschreven. Het zijn geen karakters in het boek om van te gaan houden. Nyssa komt dichter in de buurt, alhoewel ook die opbouw wel even duurt en het lang duurt voordat we Nyssa leren kennen. Wel komen er mooie en grootse onderwerpen in het boek naar voren, zoals de moeder-dochter relatie. Echlin toont aan hoe pijn en onvervulde verwachtingen doorgegeven worden van moeder op dochter, en hoe deze cycli moeilijk te doorbreken zijn. Nyssa doorbreekt uiteindelijk de gekooide liefde en kiest voor liefhebben in vrijheid. Toch blijft het bij momenten hangen in clichés, zoals het beeld van de moeder als een mysterieuze, bijna ongrijpbare figuur. De thematiek van verlies, liefde, en intergenerationele banden heeft een universele aantrekkingskracht die Echlin goed verwerkt in het verhaal en tot leven laat komen. “Er bestaan in de wereld twee soorten wijsheid. Oordeelwijsheid duldt geen vage grenzen en geen verzachtende omstandigheden. Natuurwijsheid heeft zwart in zijn wit en verandert mee met de dag, het gevoel en de temperatuur. Volgens sommige mensen is het het beste om oordeelwijsheid op jezelf toe te passen en natuurwijsheid op anderen.” Het boek doet denken aan een mythologisch verhaal of een sprookje, soms hoopvol, soms kwaadaardig. Het verhaal lijkt gebaseerd op verhalen van sterke godinnen, zoals de Soemerische godin Innana en Persephone in het verhaal van Homerus. Beide godinnen die, al dan niet vrijwillig, naar de onderwereld afreizen. Toch ben ik ook zoekende naar de vergelijkingen. Door de vele vergelijkende symboliek ontstaat er een zoektocht naar de uniekheid van het verhaal van de drie vrouwen. Het verhaal lijkt zich af te spelen in de moderne tijd met moderne muziek. Toch ademt het verhaal ook de tijdloze sfeer waarin magische natuurkrachten en primitieve leefwijzen de overhand hebben. Daar weet Echlin goed mee te spelen in het boek en zet het verhaal ook kracht bij. Dagmars dochter is een ambitieus boek. Het is een lekker boek om snel te lezen en bij weg te dromen op de poëtische klanken van het verhaal. Maar het kan ook frustrerend zijn om te lezen omdat het verhaal moeilijk naar de oppervlakte komt en lastig te volgen is. Als je zin hebt om je een middag mee te laten drijven op de poëtische klanken van beeldende beschrijvingen dan is dit boek een tip. Als je wil gaan zitten voor een lekker meeslepend verhaal met een krachtige en opbouwende uitwerking dan zou ik dit boek niet aanraden. Dagmars dochter van Kim Echlin, vertaald door Anneke Goddijn en uitgegeven door De Geus in 2002. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Ik weet alleen op papier wat ik moet doen, in de werkelijkheid kan ik moeilijk passende woorden vinden. ![]() Magda Szabó heeft met haar boek ‘De deur’ een absoluut meesterwerk geschreven. ‘De deur’ is gepubliceerd in 1987 en in datzelfde jaar vertaald naar het Nederlands. Het boek is tenenkrommend en haalt het bloed onder je nagels vandaan en tegelijkertijd ontroerend mooi. Szabó heeft een van de meest bijzondere en verwonderlijke relaties ooit weten te creëren in dit boek en uitgediept tot een diepe verbintenis. Een Hongaarse schrijfster besluit een huishoudster te nemen om zich beter op het schrijven te kunnen richten en zo ontmoet ze Emerence. “Het schrijven is geen gemakkelijke baas, als we de zinnen niet afmaken, kunnen we ze nooit meer in hun oorspronkelijke kracht voltooien, de spanningsboog van de zinnen wordt verstoord in de nieuwe formulering, hun evenwicht is niet meer zeker.” Emerence is een eigenaardige, koppige en mysterieuze oudere vrouw met een haast mythische uitstraling en absoluut een ongewone huishoudster. Ze bepaalt ten eerste zelf wanneer en voor wie ze werkt, dus wanneer ze er is, dat is altijd de vraag en ze accepteert alleen opdrachten van mensen die ze respecteert. Haar strengheid, eigenzinnigheid en geheimzinnigheid fascineert en intimideert tegelijkertijd. Ze heeft de touwtjes stevig in handen en dicteert de gang van zaken in het huishouden, in plaats van andersom. Dit leidt tot een enigszins irritante doch fantastische dynamiek tussen de huishoudster en de schrijfster. Zo zegt de schrijfster over Emerence: “Deze vrouw heeft niet alleen geen nationaal bewustzijn, zij heeft geen enkel bewustzijn, haar schitterende brein fonkelt, maar onder de mist. Hoeveel dorst, maar dan dorst naar alles, hoeveel capaciteiten, maar dan voor niets.” Wat in eerste instantie een professionele relatie lijkt, groeit langzaam uit tot een intense en gecompliceerde band tussen de twee vrouwen. Het grote mysterie van Emerence is dat niemand haar huis mag betreden en ze ook zeer weinig over zichzelf verteld. Dit blijft een heikel punt in de relatie tussen de twee vrouwen. Heel langzaam leren we Emerence beter kennen en de schrijfster ontwikkelt een diepe bewondering en liefde voor haar. Toch blijft er altijd een zekere afstand en onbegrip tussen hen. Wanneer Emerence uiteindelijk ziek wordt en de schrijfster, uit bezorgdheid, tegen haar wil hulp inschakelt, heeft dit tragische gevolgen. De relatie die ontstaat tussen de vrouwen is fascinerend en tenenkrommend. De twee vrouwen verschillen ontzettend van elkaar. Ondanks dat groeien ze snel naar elkaar toe en ontstaat er een wederkerige waardering en liefde. Ze willen echter alles voorkomen om dat te laten merken en uit te spreken. Ze zijn elkaar voortdurend aan het analyseren en hun relatie op zoek naar signalen die ze vanuit hun eigen referentiekader interpreteren waardoor er scheefgroei ontstaat. Ze leren van elkaar en er ontstaat een ongeschreven waardering. “Vandaag weet ik wat ik toen nog niet wist: dat aanhankelijkheid niet op een zachte, beschaafde en evenwichtige manier uitgedrukt kan worden, en dat ik een ander op geen enkele wijze kan voorschrijven in welke vorm die het moet gieten.” Echter het eigen referentiekader blijft en door het gehele boek speelt een soort machtsstrijd over vriendschap tussen de twee vrouwen. En dat is zo verschrikkelijk akelig om te lezen, maar tegelijkertijd zo lief, begaan en mooi. “Zij was een voorbeeld voor iedereen, ieders hulp, het model, linnen zakdoeken kwamen uit de zak van haar gesteven schort als duiven, kleine stukjes kandij gehuld in papier, ze was de koningin van de sneeuw, de zekerheid zelf, in de zomer de eerste kers, in de herfst het geluid van neerploffende kastanjes, in de winter de gloeiende bak pompoen, in de lente de eerste knop aan de heg.” In deze bijzondere verhouding die ontstaat in het verhaal komen een aantal dieperliggende thema’s en motieven naar voren. Hoewel de schrijfster en haar man in principe de werkgever zijn, is het Emerence die de controle heeft. Haar autoritaire houding en onaantastbare principes maken haar de dominante figuur in hun relatie en blijven ze touwtrekken om de controle in handen te krijgen. Emerence haar geslotenheid maakt haar mysterieus en intrigerend, maar creëert tegelijkertijd een onoverbrugbare kloof. De deur die ze voor niemand opendoet en de geheimen die ze met zich meedraagt zijn een fysieke en emotionele barrière. Ik vind het mooi om te lezen hoe je iemand goed kunt leren kennen ondanks deze barrière. Toch blijft het de vraag waarom iemand zich gedraagt zoals ze zich gedraagt en is het ook een kwestie van vertrouwen wat in dit verhaal de relatie ook hindert. Emerence’s ware zelf blijft grotendeels verborgen. Dat wat we wel weten van Emerence haar achtergrond en ervaringen is dat ze zijn getekend door oorlog en verlies. Haar onverzettelijke houding en eigenaardige morele code komen voort uit een verleden van pijn. Ze is zowel een slachtoffer als een overlever, en haar onbuigzaamheid is zowel haar kracht als haar zwakte. De schrijfster worstelt daarnaast met schuldgevoelens over haar eigen acties en nalatigheid. Had ze Emerence’s keuzes moeten respecteren, of was ingrijpen noodzakelijk? “Een mens weet niet altijd wanneer hij iets onvergefelijke doet, maar als hij zoiets doet, heeft hij er toch een vermoeden van.” Dit boek stelt je voor een moreel dilemma: is bemoeienis met iemand anders altijd gerechtvaardigd, ook als het uit liefde voortkomt of wanneer je vanuit alle goede wil alleen maar wilt helpen? Wat ik het meest lastige vond om te lezen in deze relatie tussen de twee vrouwen was het herkenbare gedrag. De gedachtengang van de schrijfster waarin ze de relatie analyseert, waarbij je later in het boek leert herkennen dat Emerence met eenzelfde soort twijfels en gedachten heeft gewerkt. “Wie is er niet eenzaam, zou ik wel eens willen weten, ook degenen die iemand hebben zijn eenzaam, alleen hebben ze het niet door.” De schrijfster denkt veel en besluit dan het niet aan Emerence te vertellen en haar onwetend te laten. Toch had ze graag iets willen zeggen en delen, maar doet dit niet uit wraak doen, niet wetende of het de ander wat doet en daarmee eigenlijk meer zichzelf kwellen dan de ander. Szabó schrijft ingetogen, persoonlijk, intiem met ruimte voor reflectie en verwarring en verwondering. Haar zinnen en beelden spreken en brengen machtige emoties met zich mee. Het is een verhaal van een uiterst gespannen en turbulente relatie die zich langzaam en contemplatief opbouwt. Heel subtiel wordt met de gelaagdheid van de personages en de onderlinge interacties een verhaal gecreëerd door Szabó. Langzaam wordt je het raadsel van Emerence haar leven binnengetrokken, waarbij elke onthulling nieuwe vragen oproept in plaats van definitieve antwoorden. Niet voor niets is Szabó de grootste en succesvolste schrijfster uit Hongarije van de twintigste eeuw. ‘De deur’ is een meeslepende en aangrijpende roman die je dwingt om na te denken over morele verantwoordelijkheid, de grenzen van vriendschap en de complexiteit van menselijke relaties. Ze slaagt erin om een intiem en universeel verhaal te vertellen dat lang blijft nazinderen. Voor iedereen die houdt van literatuur dat een wonderlijk portret van de menselijke ziel verbeeld is ‘De deur’ een absolute aanrader. Het boek confronteert je met de ongrijpbaarheid van anderen en onze eigen gedachten die maar blijven ratelen en de dynamiek groots en meeslepend maken en de tragiek van onbedoelde gevolgen. Magda Szabó’s meesterwerk verdient dan ook een vaste plek binnen de wereldliteratuur en zal nog generaties lang lezers blijven intrigeren. “Vrolijkheid houdt je geest fris, van het tegenovergestelde raak je uitgeput.” De deur van Magda Szabó, vertaald door Anikó Daróczi en Ellen Hennink en uitgegeven door Promotheus in 2017. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Voor hem is schaken geen ontspanning, ![]() Vladimir Nabokov is al eerder bij De Letterfretter voorbij gekomen met het boek ‘Uitnodiging voor een onthoofding’ waarin hij het verhaal van Cincinnatus, de ultieme underdog, creëert. Nabokov heeft vele andere boeken geschreven waaronder ‘De verdediging’. Het is een van de eerder uitgebrachte boeken van Nabokov en is in 1930 gepubliceerd. We worden wederom ondergedompeld in een tragisch en fascinerend leven, ditmaal van schaakgrootmeester Ivanovitsj Luzjin. Het boek toont Nabokov’s meesterschap een ontroerend en ontredderend verhaal over obsessie, isolatie, genialiteit en waanzin op papier te toveren. Als zoon van een ambitieuze vader en getalenteerde opa wordt Luzjin geboren met een verwachting. Zijn vader verwacht dat hij net zo muzikaal getalenteerd wordt als zijn opa. Maar Luzjin blijkt sociaal onhandig en trekt zich volkomen terug in zijn eigen wereld, de wereld van het schaken die hij op jonge leeftijd ontdekt. Het spel is zijn toevluchtsoord en zijn allesoverheersende obsessie. “Het leven op aarde gleed haastig ritselend voorbij en kwam plotseling tot stilstand - het geliefde diagram, problemen, openingen, hele partijen.” Zijn talent is uitzonderlijk en hij reist onder begeleiding van een vriend van de familie de wereld over. Hij wordt steeds bekender in de schaakwereld en wordt een gevierd grootmeester. Maar terwijl zijn carrière een hoogtepunt bereikt, beginnen de tekenen van mentale uitputting en obsessieve gedragingen zich op te stapelen. Luzjin verliest zichzelf in de meest complexe schaakstrategieën en kan niet anders meer dan deze strategieën uit te denken. Luzjins huwelijk lijkt in eerste instantie een reddingslijn. Zijn vrouw probeert hem een normaal leven te bieden en hem weg te trekken uit zijn zelfdestructieve patronen en verbied hem ooit nog te schaken. Toch biedt ook dit niet de verlichting die Luzjin en zijn vrouw hadden gehoopt. Het schaakbord blijft hem roepen en zijn vrouw doet er alles aan om hem weg te houden bij het eindeloze spel. Het schaken is zijn passie, maar uiteindelijk ook zijn ondergang. “Hij wist niet welke hij moest uitkiezen om snikkend zijn brandende dorst te lessen: alles verlokte en liefkoosde zijn fantasie en hij vloog van de ene partij naar de andere, overzag in een oogwenk deze of gene hartverscheurende combinatie. Er waren combinaties, zo zuiver en helder, waar het denken marmeren treden naar de zegen besteeg; er waren fijne trekjes in een hoek van het bord, een hartstochtelijke uitbarsting, en de fanfare van de koningin die op het heilige altaar geofferd werd. Alles was heerlijk, alle nuances van zijn liefde, alle omwegen en geheimzinnige paden die zij had gekozen. En deze liefde was fataal.” Het centrale thema van het boek is echter de destructieve kracht van obsessie. Luzjins toewijding aan schaken, hoewel bewonderenswaardig, laat hem uiteindelijk volledig vervreemd raken van de echte wereld. Dit tot ergernis en zorg van zijn naasten. Een ander belangrijk thema is de isolatie die vaak gepaard gaat met genialiteit. Het boek roept bredere vragen op over de relatie tussen genialiteit en geestelijke gezondheid. Is Luzjins mentale instorting een gevolg van zijn obsessie met schaken, of is het juist zijn genialiteit die hem vatbaar maakt voor psychologische kwetsbaarheid? Nabokov laat deze vragen open, waardoor de lezer wordt uitgenodigd om zijn eigen conclusies te trekken. Nabokov gebruikt schaken ook als een metafoor voor het leven. Het spel vereist strategisch denken, vooruitzien en een onwrikbare focus – kwaliteiten die zowel bewonderenswaardig als gevaarlijk kunnen zijn. Voor Luzjin wordt het spel uiteindelijk een gevangenis waarin hij de grip op de realiteit verliest. En dit toont Nabokovs genialiteit, strategie en meesterschap. “En de gedachte dat de herhaling zich vermoedelijk zou voortzetten, was zo angstaanjagend, dat hij in de verleiding kwam de klok van zijn leven stil te zetten, de partij definitief af te breken, maar tegelijkertijd merkte hij dat hij bleef bestaan, dat zich iets aan het voorbereiden was, een sluipende ontwikkeling, en dat het niet in zijn macht lag, deze beweging tot stilstand te brengen.” De creativiteit, verbindingen en diepgang in schrijven is uniek. Nabokov weet op een toegankelijke wijze met humor dit allemaal bij elkaar te brengen. De wens van Luzjin senior is dat junior muziek gaat maken en een grootmeester wordt in de muziek zoals zijn grootvader. In het boek wordt dit fantastisch verwerkt in het geheel door de klanken van de muziek te verweven met het schaken. “Met trompetsignalen riepen de machtigste elementen op het bord elkaar enkele keren toe en weer was er een uitwisseling en weer veranderden twee schaakmachten in gesneden, glanzend gelakte figuren.” De schrijfstijl van Nabokov is rijk en verfijnd. Zijn zinnen zijn zorgvuldig geconstrueerd en zitten vol subtiele details. Dit vroege werk toont reeds zijn unieke stilistische flair. Nabokov speelt met beelden en symboliek, waarbij hij in dit boek vaak verwijzingen naar schaken verweeft in de beschrijvingen van Luzjins gedachten en handelingen. Zo brengt hij de innerlijke wereld van Luzjin junior tot leven. Deze innerlijke wereld voelt verwarrend en claustrofobisch aan en benadrukt de verstikkende aard van zijn obsessie. Het biedt een intiem, enigszins ongemakkelijk, inzicht in zijn psychologische toestand. Nabokov schrijft met humor wat absoluut bijdraagt aan de toegankelijkheid van het boek en wat de tragiek van Luzjin enigszins verzacht. “In de parken lagen dikborstige vogeltjes met hun pootjes in de lucht op de sneeuw. Het hulpeloze kwik zakte onder invloed van zijn omgeving lager en lager. En zelfs de ijsberen in de dierentuin vonden dat de directie zich al te zeer uitsloofde.” Met creatieve zinnen, vergelijkingen en symboliek weet Nabokov kleur te brengen in dit boek. Luzjin is een tragisch personage, zijn genialiteit en meesterschap maakt hem uniek en is tegelijkertijd zijn valstrik en ondergang. Het is een man die gevangen zit in zijn eigen geest. De schaakpartijen die hij speelt, zowel op het bord als in zijn hoofd, worden een strijd tegen zichzelf. “Maar desondanks kon hij slechts in schaakbeelden denken en zijn geest werkte alsof hij achter een schaakbord zat.” Deze psychologische diepgang maakt Luzjin tot een van de meest memorabele personages in Nabokovs oeuvre. Zijn vrouw, vervuld van hoop en angst, staat naast hem en probeert hem tegen alles te beschermen. Waar ze het ene moment als redder in de nood komt, is ze tegelijkertijd ook de tiran die hem van zijn grootste succes en passie weghoudt. Ook dit personage is meesterlijk neergezet door Nabokov. ‘De verdediging’ is een van de vroegere werken van Nabokov. Het wordt gezien als een van de meer toegankelijke werken van Nabokov en leest inderdaad heel fijn. De diepgaande psychologische portretten, de complexe structuur en de karakteristieke personages die Nabokov beschrijft, zijn allemaal al aanwezig in ‘De verdediging’. Ook in andere boeken verkent Nabokov obsessieve, tragische en hopeloze personages. De focus op schaken is wat dit boek uniek maakt. De combinatie van een verhaal over schaken en Nabokov lijkt een wonderlijke match die ontzettend goed uitpakt. Het is een boek waarin je volledig opgaat in de tragiek van de hoofdpersoon in het boek. Meesterlijk geschreven en heerlijk om te lezen, ondanks de grote tragiek. Absoluut een aanrader voor iedereen die kennis wil maken met de grootmeester Nabokov. “De toekomst zag hij vaag als een lang stille omhelzing in een zalige schemering, waarin de verschillende speelgoedjes van deze wereld zouden langstrekken, lachend en wiegelend, nu eens in een lichtstraal dan weer verdwijnend.” De verdediging van Vladimir Nabokov, vertaald door Anneke Brassinga en uitgegeven door De Bezige Bij in 1967. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Je moet je best doen alle persoonlijke en toevallige indrukken af te gieten om zo tot de pure vloeistof te komen, de etherische olie van de waarheid. ![]() Ik pak graag een boek uit de boekenkast wat mij op dat moment aanspreekt of waar ik zin in heb en daarbij onderzoek ik meestal niet waar het boek over gaat. Ik begin gewoon lekker met lezen en laat mij verrassen en dat is zeker gelukt bij het boek ‘Een kamer voor jezelf’ van Virginia Woolf. ‘Een kamer voor jezelf’ is het zevende fictieve boek wat Virginia Woolf in 1929 uitbrengt en waarmee ze een statement maakt voor de vrouwelijke schrijfster. Ze maakt met dit boek alle verwachtingen die ik van haar heb waar en ik heb het met heel veel plezier, interesse en verwondering gelezen. “Als het om boeken gaat, weet iedereen dat het lastig is om er een waarderingsetiket op te plakken dat niet loslaat.” Uiteraard heb ik bepaalde beelden en verwachtingen bij boeken van Virginia Woolf, of zoals zij het noemt, een waarderingsetiket. Dit boek is echter een feministisch essay en die had ik niet zien aankomen. En dat terwijl ‘Een kamer voor jezelf’ vaak wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke werken in de feministische literatuur. Het essay is gebaseerd op een reeks lezingen die Woolf gaf aan vrouwelijke studenten aan de universiteit van Cambridge, een enscenering die in de introductie door Woolf wordt geschetst. Het essay onderzoekt en stelt belangrijke vragen bij de ontplooiing van vrouwelijke kunstenaars, specifieker schrijfsters. Ze maakt het belang van de maatschappelijke bijdrage van vrouwen duidelijk. Ze schetst ook de maatschappelijke beperkingen vanuit de historie tot in de toekomst die vrouwen hebben en mogelijk gaan weerhouden van artistieke en intellectuele vrijheid. De stelling die Woolf aanneemt in het boek is relatief simpel en tegelijkertijd metaforisch; een vrouw heeft geld en een eigen kamer nodig om in te schrijven. “Als de vrouw wilde schrijven, moest ze dat in de gezamenlijke huiskamer doen.” Ze heeft de vrijheid, ruimte en tijd alleen nodig, een plek voor haarzelf, om haar artistieke en intellectuele werk te ontplooien. Vanuit historie benadrukt Woolf hoe eeuwen van economische onafhankelijkheid en zorg voor het gezin en andere maatschappelijke verwachtingen vrouwen ervan hebben weerhouden om hun potentieel te benutten. Woolf belicht deze stelling vanuit verschillende oogpunten. In haar argumentatie verweeft ze onder andere persoonlijke observaties en historische analyses. De redenatie komt daarmee ook vanuit haar eigen perspectief, het perspectief van een welgestelde, witte vrouw in een specifiek tijdperk, is gestoeld. Dit kleurt het essay uiteraard wel. Maar met dit perspectief geeft dit boek een fantastisch inkijkje geeft in het leven en denken van Woolf. Ook belicht ze alle kanten met respect voor iedereen, zoals de rol van de man in de artistieke en intellectuele vrijheid van de vrouw. “Om een kunstwerk tot stand te brengen, moet er geestelijke samenwerking plaatsvinden tussen de vrouw en de man.” Om haar punt duidelijk te maken komt ze met het hypothetische karakter van Judith Shakespeare, de fictieve zus van William Shakespeare. “Vrouwen hebben de afgelopen eeuwen dienstgedaan als spiegels met de magische en verrukkelijke macht mannen twee keer zo groot als hun natuurlijke afmeting te laten reflecteren. Zonder die macht zou de aarde waarschijnlijk nog steeds uit moeras en oerwoud bestaan.” Woolf gebruikt dit voorbeeld om te illustreren hoe een even getalenteerde vrouw als Shakespeare, door sociale en culturele beperkingen, nooit de kans zou hebben gekregen om haar genialiteit te tonen. Ik vond ‘Een kamer voor jezelf’ heerlijk lezen. Woolf schrijft speels, soms ironisch en veelal poëtisch. Prachtige beschrijvingen en metaforen sieren de pagina’s in een rijk woordenspel. Ze wisselt moeiteloos tussen fictieve verhalen, autobiografische reflecties en filosofische analyses. Haar fantastische beschrijvingen van de natuur, maar ook diners dienen hun doel in het beargumenteren van haar standpunt. “En wat geven we vrouwelijke kunstenaars te eten?” Woolf daagt ons als lezers intellectueel uit zonder belerend te zijn. Onder haar speelse lichtheid schuilt een scherpe kritiek op patriarchale structuren. Haar karakteristieke stijl, die scherpzinnigheid en poëtische kracht combineert, maken het een toegankelijk essay zonder de kracht van haar argumenten tekort te doen. Toen ik in de introductie las dat het een feministisch essay is, keek ik er tegenop om het te lezen omdat ik vaak ervaar dat feminisme een polariserend effect heeft. Deze aanname van mij haalt Woolf volledig onderuit. “Het zou doodzonde zijn wanneer vrouwen schreven en leefden als mannen of op mannen leken, want als twee verschillende seksen als niet overdreven veel is gezien de veelomvattendheid en verscheidenheid van de wereld, hoe zouden we het dan maar met één moeten redden?” Ze laat mij hier zien hoe het ook kan waarbij ze met respect voor de man een ontzettend krachtig statement maakt voor de vrouw. Haar humor, lichtheid en beeldende woordenspel maken het luchtig en vrij om te zoeken naar het samenkomen van man en vrouw in kunst in haar wens voor de toekomst van de maatschappij. “Er is geen maatstaf, netjes in stukjes van een centimeter verdeeld, waarmee je de kwaliteit van een goede moeder, de toewijding van een dochter, de trouw van een zusje of de kundigheid van een huishoudster kunt meten.” Een maatschappij waarin mannen en vrouwen beide hun intellectuele en kunstzinnige bijdrage in vrijheid kunnen leveren. Ze onderbouwt dit vanuit diverse hoeken en voegt hier krachtige fictieve verhalen en metaforen aan toe. De vraag die Woolf haar lezers stelt ter overweging is hoeveel grootse literaire werken en kunstwerken verloren zijn gegaan omdat getalenteerde vrouwen niet de ruimte en mogelijkheden hadden om te schrijven en werken aan hun kunst. “Maar dit zijn lastige vragen die in de schemering van de toekomst liggen.” Woolf roept ons op om na te denken over hoe gender, klasse en andere vormen van ongelijkheid iemands artistieke en intellectuele mogelijkheden beïnvloeden. De restricties op kunst en uitingen van kunst spelen hierin mee. “Doe uw bibliotheek op slot als u dat nodig vindt; maar er is geen hek, geen slot, geen grendel waarachter uit de vrijheid van mijn geest kunt opsluiten.” Haar pleidooi voor een samenleving waarin iedereen de kans krijgt om zijn of haar talenten te ontwikkelen, blijft een krachtige oproep. Deze verrassing heeft mij absoluut verwonderd. Ik vond het een fijn boek om te lezen, een mooie kennismaking met Virginia Woolf en een uitdagend en inspirerend werk dat zijn plaats als klassieker van de feministische literatuur meer dan verdient. Haar essay is een pleidooi voor een wereld waarin iedereen toegang heeft tot de middelen en ruimte om zijn of haar intellectuele en artistieke potentieel te verwezenlijken. Een pleidooi wat nog altijd relevant en inspirerend is. “Ik hoop dat u linksom of rechtsom over genoeg geld zult beschikken om te reizen en niets te doen, om de toekomst of het verleden van de wereld te overdenken, om te dromen over boeken en op straathoeken rond te hangen en de vislijn van uw gedachten diep in de stroom neer te laten.” Een kamer voor jezelf van Virgina Woolf, vertaald door Monique ter Berg en uitgegeven door Uitgeverij Chaos in 2018. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Ik luister naar de woelingen in mijn binnenste. Ik wil me voor allerlei dingen openstellen, ergens heen rennen, de wereld omvatten. ![]() Tezer Özlü, een iconische stem uit de Turkse literatuur, schreef met ‘De kille nachten van de jeugd’ een aangrijpende, poëtische roman. Ze heeft het heel bewust als roman gepubliceerd, toch lijkt het dicht bij een autobiografie te liggen. Net als haar hoofdpersoon worstelde Özlü met depressie en bracht ze tijd door in psychiatrische instellingen. Haar ervaringen met de Turkse samenleving, evenals haar affiniteit met Europese literatuur, zijn prominent aanwezig. Dit boek, oorspronkelijk gepubliceerd in 1980, was het debuut van Özlü. Het weerspiegelt een rauw en eerlijk beeld van de worstelingen van een vrouw die probeert haar eigen stem te vinden in een wereld die doordrenkt is van patriarchale structuren en mentale kwetsbaarheid. Het boek beschrijft fragmentarisch de mentale worsteling van een jonge vrouw in een patriarchale maatschappij en politiek onrustig klimaat. We volgen de worsteling van het leven waarin ze balanceert tussen geestelijke vrijheid en de beperkingen van haar omgeving. Het verhaal speelt zich af in psychiatrische instellingen, verstilde huizen waarin Özlü’s hoofdpersonage worstelt met haar identiteit, depressie en een verlangen naar ultieme vrijheid en geluk. “Wat een immens geluk om een ander leven in te stappen.” In flashbacks en beschouwende passages leren we over haar jeugd, de band met haar familie, de steun van vrienden en haar zoektocht naar betekenis in een leven dat vaak leeg aanvoelt. Özlü wisselt haar korte, krachtige zinnen af met poëtisch beeldende beschrijvingen die een emotionele lading dragen. Haar taalgebruik is direct, maar bevat voor de oplettende lezer een diepe symboliek die de ruimte laat voor interpretatie. De fragmentarische opbouw van het boek versterkt het gevoel van desoriëntatie, wat je als lezer een goede ervaring geeft van haar chaotische gedachten. De fragmentarische stijl zorgt er ook voor dat in een dit korte boek weinig detail naar voren gaat en het voor de lezer minder goed te volgen is. Het mist daarmee voor mij diepgang die wel in de thematiek heel mooi naar voren kan komen. Het is verwarrend en ontoegankelijk door de fragmentarische stijl. De tijd loopt kris kras door elkaar. “Het leven wordt voor ons gezet als een vreemd element dat nu enkel begrepen en verstaan dient te worden, maar waarvan het beleven, het afdalen in de realiteit is uitgesteld tot later jaren.” Het zorgt er echter voor dat wie de roman leest begrijpt dat het moment dat wordt beleefd niet per se het heden hoeft te zijn. De sfeer in het boek is onmiskenbaar melancholisch, maar niet zonder schoonheid. De beschrijvingen van de natuur, de stad en het innerlijke leven van de protagonist zijn rijk en beeldend. Je dwaalt door een droomlandschap waarin de grenzen tussen realiteit en verbeelding vervagen. Voor de hoofdpersoon die we in dit boek volgen zijn boeken en kunst een toevluchtsoord voor haar. De verwijzingen naar schrijvers zoals Kafka en Pavese fungeren niet alleen als inspiratie, maar ook als spiegel voor haar eigen worstelingen. Het boek bevat een sterke verwijzing naar Europese schrijvers zoals Kafka en Pavese. De dood, liefde en kunst zijn terugkerende thema’s, waarmee ze haar innerlijke chaos probeert te ordenen. De kracht van het boek zit voor mij in de meeslepende en heldere beschrijving van het leven met geestesziekte. De fragmentarische stijl draagt bij aan het voelen van de chaotische gedachten. En wat Özlü ontzettend goed doet is het duidelijk beschrijven van een leven met depressie als ze het vergelijkt met haar vrienden. “In hun wereld bereikt uitbundigheid niet de graad van gekte. In hun wereld verandert neerslachtigheid niet in doodsangst, en ook niet in een doodswens. Zij hebben altijd zin om te eten. Ze eten regelmatig. Zij leven niet op golven van enthousiasme in euforie of het voedsel is. Zij geloven in hun werk. Zij verdedigen de opstand maar proberen ondertussen hun positie in bepaalde orde te handhaven. Zij trouwen niet met het gemak waarmee je op de bus stapt, scheiden niet zoals je weer uitstapt.” De beschrijvingen van de elektroshocktherapie die ze ondergaat tot aan coma aan toe zijn beangstigend. Wat een verschrikkelijke behandeling waar veel mensen helaas aan blootgesteld zijn. Ze beschrijft het als naar de dood en weer terug tijdens de behandelingen. Volledig in de war en van de wereld. “Wat me beter maakt is de grote, diepe angst van de mogelijkheid nogmaals in zo’n kliniek te worden opgesloten.” Een verschrikkelijk angstige gedachtengang die gelukkig tot een mooi nieuw leven leidt. Maar er zit meer achter deze debuutroman als we het tegen het licht houden van de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in Turkije in het korte leven van Özlü. In de vele angstige en verwarrende ervaringen die de hoofdpersoon meemaakt in het boek ontstaat een angstige vergelijking. In één zin benoemt ze dat haar broer opgepakt wordt. De elektroshocks waaraan zij wordt blootgesteld, worden ook toegepast op politieke gevangenen van die tijd. Op angstaanjagende en subtiele wijze legt ze de gruwelijke daden bloot. Zolang Özlü heeft geleefd is het onrustig geweest in Turkije. Er is drie maal een staatsgreep geweest, haar aanwezigheid bij ‘de bloedige 1 mei’, haar broer die opgepakt wordt zijn ingrijpend. Iets wat nooit meer vergeten wordt en ook generaties doorwerkt in een zoektocht naar vaste grond onder de voeten. Iets wat in het boek ook aan de beschreven wordt in de zoektocht en rondzwervingen door steden en in relaties. Ze maakt ruimte om de sociale normen en waarden van de Turkse maatschappij aan de orde te stellen, voornamelijk door de seksuele moraal die voor Turkse vrouwen gold in die tijd. Özlü reflecteert in haar debuutroman op de rol van vrouwen in een samenleving die hen vaak beperkt tot traditionele rollen. Ze onderscheid zich met deze roman van haar tijdgenoten door ook de gevolgen van de politieke ontwikkelingen en onrust binnenshuis te beschrijven. De hoofdpersoon verlangt naar vrijheid, zowel fysiek als mentaal, maar voelt zich constant gevangen in conventies en verwachtingen. “Dan wil ik de wolken verdrijven, de zon in mijn handen nemen, met de kinderen over de heuvels rennen, de bomen, de wind, de zon, de regen, de mensen samen met hen beleven.” Deze spanning vormt de ruggengraat van het verhaal. De mannen vertrekken allemaal naar grote en mooie steden, studeren aan de universiteit en zij worstelt zich verder door het leven. Bij de beschrijving van het boek staat op de binnenflap: “Het is een beeldende, levendige en ontstellende roman, een pleidooi om het leven te omarmen in al zijn complexiteit , verwardheid en vrolijkheid.” Tijdens het lezen wordt ik echter moedeloos en troosteloos van het verhaal. Ik wil met een dekentje op de bank kruipen. Misschien verwarren ze het verlangen een vreemde man te omhelzen met levendigheid. Het boek eindigt vrolijker en levendiger waarbij ze het leven omarmt. De weg daarnaartoe is echter zwaar en lang voor zo’n kort boek. De zwaarmoedige toon vraagt een emotionele investering van jou als lezer. Alles loopt door elkaar, leven en sterven, ontmoetingen en eenzaamheid. Met een gelukkig en lichtvoetiger einde. “Wat een verrukking om in het voortstromende leven te verkeren!” Van diep ongelukkig, wanhopig zoekend naar de antwoorden en het geluk van het leven naar het vinden van tevredenheid in het moment en daarmee geluk. Vanuit alles wat ze heeft meegemaakt het leven leren waarderen en ontspannen in de aard van tevredenheid. Alles doet ertoe en niets gaat voorbij. “Het leven is vervuld van ongebreidelde hartstochten. Tegelijk met de liefde voor het leven groeit en rijpt ook de gewenning aan de dood. Krijgt mooie kanten. Zo ontspannen als ik deze liefde kan laten gaan, zo ontspannen, zo mooi moet ik ook het leven laten gaan. Ik moet mijn liefde verzadigd en wel overdragen.” Een verwarrende en chaotische roman tegen de achtergrond van een complexe samenleving met voortdurende onrust en chaos in een dwalende en beangstigende zoektocht naar geluk. Spreekt het je aan? Maak dan kennis met Tezer Özlü en haar iconische stem in de Turkse literatuur. De kille nachten van de jeugd van Tezer Özlü, vertaald door Hanneke van der Heijden en uitgegeven door Jurgen Maas in 2024. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. Ik had een buikje gekregen en voelde me ’s morgens als een verzadigde Perzische kat. Ik voelde me als een schitterende en een tikkeltje vulgaire plaatselijke Casanova. ![]() ’Schrik’ van Vladimir Makanin is een bizar boek met wonderlijke dialogen waarbij ik soms hardop moet lachen. Makanin schrijft over de kleine lieden in de samenleving en ‘Schrik’ schetst een nieuw psychologisch beeld van een kleine Rus. Het is een beeldrijk en fantastisch geschreven boek waar de vertaling van Gerard Cruys eer aan doet. Met veel humor en een onvoorstelbaar verhaal weet Makanin de kleine lieden in de samenleving tot leven te brengen. Een klein zonderling exemplaar wat hele bijzondere gewoonten en noden heeft aangewend is Pjotr Petrovitsj Alabin. Vol overgave kan hij de aantrekkingskracht van vele jonge vrouwen die zijn pad kruizen niet weerstaan. Vooral wanneer de maan hoog staat, voelt hij een onweerstaanbaar verlangen om datsja’s binnen te sluipen van al dan niet slapende vrouwen en de liefde met ze te bedrijven. “Natuurlijk heeft de nacht zich nu al in zijn pracht ontplooid. De nachtelijke tijd werd leeg en overbodig: en je kunt je nergens verschuilen bij zo’n maan.” Hij duikelt van het ene romantische avontuur in het andere en dat gaat niet altijd goed. Na een mislukte escapade laat Petrovitsj zich een aantal weken opnemen in een psychiatrische kliniek. Maar ook daar blijft de maan tegen hem fluisteren en vlamt zijn verlangen weer op. Hij wordt uiteindelijk doorgestuurd naar een modieuze deskundige op het gebied van geile oude mannen. Samen met een aantal andere mannen kijkt hij daar naar saters om bewust te worden van zijn schandelijke gedragingen. Gedurende de dag en de vroege avonduren mijmert en kletst Petrovitsj met zijn uitstervende generatiegenoten over het leven, de ouderdom en de jeugd. “Oude mannen worden elke keer van minderwaardigheid verdacht, terwijl je hen in feite moet verdenken van jongensachtigheid, van een niet-doorleefde jeugd.” In de herfst van 1993 proberen de communisten in Rusland de macht weer te grijpen. Het loopt allemaal met een sisser af als de maanzieke Pjotr Petrovitsj poedelnaakt op het dak van het door democraten belegerde parlementsgebouw te Moskou voor de ontknoping van deze historische gebeurtenis zorgt. Wat een heerlijk verwarrend, verwonderend en fijngevoelig verhaal. Makanin heeft een fijne en lekker leesbare schrijfstijl. Er zit luchtigheid in zijn verhaal en diepgang in zijn schrijven. De kracht en creativiteit die hij gebruikt bij het verbeelden van de avonturen van Petrovitsj zijn vakkundig. Zijn schrijfstijl brengt het dieptragische en universele probleem van ouderdom en dood in een onrustig land tot leven. De luchtigheid in het schrijven en de humor die het fijn opgebouwde karakter Petrovitsj met zich meebrengt, zijn een subtiele manier om de waanzin van het leven te onderstrepen. Met een krachtige, beeldrijke taal weet Makanin als geen ander de kleine Rus groots weer te geven. Een van de grootste troeven van ‘Schrik’ zijn de dialogen. Makanin heeft een ongeëvenaarde gave voor het schrijven van heerlijke en luchtige gesprekken die diepgaand zijn. De woorden onthullen niet alleen de onderlinge dynamiek, maar ook de gedachten, problemen en mijmeringen van de gesprekspartners. “De zomer is een drinkgelag en daarbij een algeheel wondermiddel. De zomer brengt de scherven bijeen, de zomer lijmt en geneest.” De verwarmende luchtigheid in het boek is te danken aan onze ‘Kleine Rus’ Petrovitsj, die wellicht het meest optimistische personage genoemd mag worden. Zijn huis is klein en behaaglijk en hij weet het mooie ervan te waarderen. “Het fornuis kijkt weliswaar gedeeltelijk op het toilet uit - kun je eten koken en af en toe een blik op de wc-pot werpen. Een soort memento mori van het vreten.” Zelfs in het ziekenhuis en de psychiatrische inrichting heeft hij het uitstekend naar zijn zin. Een van de passages die mij bij blijft is als hij met een aantal oude mannen op rij bij de specialist naar schilderijen van saters en nimfen zit te kijken. Diep in gedachten neemt hij er aanstoot aan dat zijn verlangen wordt afgebeeld als de meelijwekkende kwaal van een oud mannetje. Tot er wat rumoer ontstaat bij de andere mannen en Petrovitsj naar het raam wordt geduwd om daar naar buiten te kijken. Hij ziet een nimf die ligt te slapen, zo mooi als worden ze niet eens op de schilderijen weergegeven. “En dan springen er als vanzelf onmiddellijk prachtige en smerige woordjes naar buiten.” De humor in het boek komt ook voort uit de slinkse wijze waarop Petrovitsj omgaat met het conflict tussen zijn liefdesdrang en verlangens en de maatschappelijke normen. “Ik probeerde alleen maar deze vrede van de maan op haar over te dragen, rust op haar over te dragen, dit gebrek aan verlangens op haar over te dragen.” Hij speelt hij met verve de vermoorde onschuld en gaat met een ongekende toewijding voor zijn verlangen. Hij heeft een geliefde op het oog die hij niet meer uit zijn gedachten kan krijgen. Hij dringt in zijn waanzin met haar het parlementsgebouw binnen. Het brengt Petrovitsj in een lastig parket. Met ontzettende bevlogenheid, twijfel en overtuiging doet hij er alles aan om haar zo veilig mogelijk te houden en haar te verleiden. Onder het kapotte dak kiert het maanlicht naar binnen en vlamt zijn onweerstaanbare drang weer op. Hij klimt na een liefdevol avontuurtje naakt op het dak. Daar ziet hij in de verte zijn leeftijdsgenoten staan; verzameld bij een brug staan allemaal witte kopjes. Het boek is een weergave van een roerige politieke tijd en weet met een vlaag verstandsverbijstering er een luchtige vorm aan te geven zonder de diepgang te verliezen. Petrovitsj heeft het er met zijn vrienden over en het komt zelfs tijdens zijn nachtelijke avonturen terug als een van zijn geliefden de televisie niet uit wil zetten tijdens het liefdesspel. Het boek begint met het verhaal van de oude mannen bij de brug. Niet wetend dat Petrovitsj daar geen onderdeel van is en op dat moment hele andere avonturen beleefd. Vanuit zijn ouderdom, de gesprekken met zijn generatiegenoten en de onverwachte ontknoping kijkt hij nuchter naar de ontwikkelingen. “Het ontwaakt: geen nieuw Rusland, maar een nieuw regime. Dat is alles. Niks bijzonders, ouwe jongens. Dat komt voor, dat komt overal van tijd tot tijd voor.” Schrik. De schrik van een man die betrapt en gesnapt wordt tijdens zijn nachtelijke dwalingen door huizen van anderen. De schrik van de oude mannen op de brug bij de gebeurtenissen in 1993 van de communisten. De schrik van het ouder worden. De schrik van de nacht. Allemaal verzacht, verlicht en schitterend door de maan. “Ik ben opnieuw euforisch: om me heen is het grootste spel van de lamploze maannacht. Fantastisch! Ik kan maar niet genoeg krijgen van deze schitterende nachtelijke weg. Zo zou je moeten leven, zonder die harde, brutale elektrische doorsnijding van de duisternis. Nu pas, in het maanduister, besef ik dat de lampen de nacht als frontchirurgen in stukken snijden. Meer hebben je ogen niet nodig. Onder mijn voeten is de weg goed te onderscheiden: maatwit, helemaal niet vaal. Levend.” Met prachtige woorden weet Makanin een heerlijk wonderlijk verhaal te vertellen van de grootse Kleine Rus. Het boek leest echt heerlijk en is zeker een aanrader met de prachtige beeldende taal, de heerlijke uitspraken, de diepgaande en luchtige dialogen en de humor door het gehele boek heen. Een boek vol wijsheden en aandoenlijke momenten en vertellingen. Het is niet een doorsnee onderwerp en Makanin weet dit op een krachtige, vakkundige en luchtige manier te vertalen. Schrik is een maatschappijkritisch en geestig boek. Ik vond het heerlijk om te lezen en heb er ontzettend van genoten en gelachen. Absoluut een aanrader! “De doorleefde momenten vormen de esthetiek van elke chaos. Je moet dankbaar zijn voor het leven.” Schrik van Vladimir Makanin, vertaald door Gerard Cruys en uitgegeven door De Arbeiderspers in 2008. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. |
Wie ben ikMijn naam is Anne Kleefstra. Ik lees al mijn hele leven graag. Vele vakanties en vrije uurtjes heb ik met mijn neus in de boeken doorgebracht. En ik vind het heerlijk! Categorieën
Alles
Archieven
April 2025
|