Ik had een buikje gekregen en voelde me ’s morgens als een verzadigde Perzische kat. Ik voelde me als een schitterende en een tikkeltje vulgaire plaatselijke Casanova. ![]() ’Schrik’ van Vladimir Makanin is een bizar boek met wonderlijke dialogen waarbij ik soms hardop moet lachen. Makanin schrijft over de kleine lieden in de samenleving en ‘Schrik’ schetst een nieuw psychologisch beeld van een kleine Rus. Het is een beeldrijk en fantastisch geschreven boek waar de vertaling van Gerard Cruys eer aan doet. Met veel humor en een onvoorstelbaar verhaal weet Makanin de kleine lieden in de samenleving tot leven te brengen. Een klein zonderling exemplaar wat hele bijzondere gewoonten en noden heeft aangewend is Pjotr Petrovitsj Alabin. Vol overgave kan hij de aantrekkingskracht van vele jonge vrouwen die zijn pad kruizen niet weerstaan. Vooral wanneer de maan hoog staat, voelt hij een onweerstaanbaar verlangen om datsja’s binnen te sluipen van al dan niet slapende vrouwen en de liefde met ze te bedrijven. “Natuurlijk heeft de nacht zich nu al in zijn pracht ontplooid. De nachtelijke tijd werd leeg en overbodig: en je kunt je nergens verschuilen bij zo’n maan.” Hij duikelt van het ene romantische avontuur in het andere en dat gaat niet altijd goed. Na een mislukte escapade laat Petrovitsj zich een aantal weken opnemen in een psychiatrische kliniek. Maar ook daar blijft de maan tegen hem fluisteren en vlamt zijn verlangen weer op. Hij wordt uiteindelijk doorgestuurd naar een modieuze deskundige op het gebied van geile oude mannen. Samen met een aantal andere mannen kijkt hij daar naar saters om bewust te worden van zijn schandelijke gedragingen. Gedurende de dag en de vroege avonduren mijmert en kletst Petrovitsj met zijn uitstervende generatiegenoten over het leven, de ouderdom en de jeugd. “Oude mannen worden elke keer van minderwaardigheid verdacht, terwijl je hen in feite moet verdenken van jongensachtigheid, van een niet-doorleefde jeugd.” In de herfst van 1993 proberen de communisten in Rusland de macht weer te grijpen. Het loopt allemaal met een sisser af als de maanzieke Pjotr Petrovitsj poedelnaakt op het dak van het door democraten belegerde parlementsgebouw te Moskou voor de ontknoping van deze historische gebeurtenis zorgt. Wat een heerlijk verwarrend, verwonderend en fijngevoelig verhaal. Makanin heeft een fijne en lekker leesbare schrijfstijl. Er zit luchtigheid in zijn verhaal en diepgang in zijn schrijven. De kracht en creativiteit die hij gebruikt bij het verbeelden van de avonturen van Petrovitsj zijn vakkundig. Zijn schrijfstijl brengt het dieptragische en universele probleem van ouderdom en dood in een onrustig land tot leven. De luchtigheid in het schrijven en de humor die het fijn opgebouwde karakter Petrovitsj met zich meebrengt, zijn een subtiele manier om de waanzin van het leven te onderstrepen. Met een krachtige, beeldrijke taal weet Makanin als geen ander de kleine Rus groots weer te geven. Een van de grootste troeven van ‘Schrik’ zijn de dialogen. Makanin heeft een ongeëvenaarde gave voor het schrijven van heerlijke en luchtige gesprekken die diepgaand zijn. De woorden onthullen niet alleen de onderlinge dynamiek, maar ook de gedachten, problemen en mijmeringen van de gesprekspartners. “De zomer is een drinkgelag en daarbij een algeheel wondermiddel. De zomer brengt de scherven bijeen, de zomer lijmt en geneest.” De verwarmende luchtigheid in het boek is te danken aan onze ‘Kleine Rus’ Petrovitsj, die wellicht het meest optimistische personage genoemd mag worden. Zijn huis is klein en behaaglijk en hij weet het mooie ervan te waarderen. “Het fornuis kijkt weliswaar gedeeltelijk op het toilet uit - kun je eten koken en af en toe een blik op de wc-pot werpen. Een soort memento mori van het vreten.” Zelfs in het ziekenhuis en de psychiatrische inrichting heeft hij het uitstekend naar zijn zin. Een van de passages die mij bij blijft is als hij met een aantal oude mannen op rij bij de specialist naar schilderijen van saters en nimfen zit te kijken. Diep in gedachten neemt hij er aanstoot aan dat zijn verlangen wordt afgebeeld als de meelijwekkende kwaal van een oud mannetje. Tot er wat rumoer ontstaat bij de andere mannen en Petrovitsj naar het raam wordt geduwd om daar naar buiten te kijken. Hij ziet een nimf die ligt te slapen, zo mooi als worden ze niet eens op de schilderijen weergegeven. “En dan springen er als vanzelf onmiddellijk prachtige en smerige woordjes naar buiten.” De humor in het boek komt ook voort uit de slinkse wijze waarop Petrovitsj omgaat met het conflict tussen zijn liefdesdrang en verlangens en de maatschappelijke normen. “Ik probeerde alleen maar deze vrede van de maan op haar over te dragen, rust op haar over te dragen, dit gebrek aan verlangens op haar over te dragen.” Hij speelt hij met verve de vermoorde onschuld en gaat met een ongekende toewijding voor zijn verlangen. Hij heeft een geliefde op het oog die hij niet meer uit zijn gedachten kan krijgen. Hij dringt in zijn waanzin met haar het parlementsgebouw binnen. Het brengt Petrovitsj in een lastig parket. Met ontzettende bevlogenheid, twijfel en overtuiging doet hij er alles aan om haar zo veilig mogelijk te houden en haar te verleiden. Onder het kapotte dak kiert het maanlicht naar binnen en vlamt zijn onweerstaanbare drang weer op. Hij klimt na een liefdevol avontuurtje naakt op het dak. Daar ziet hij in de verte zijn leeftijdsgenoten staan; verzameld bij een brug staan allemaal witte kopjes. Het boek is een weergave van een roerige politieke tijd en weet met een vlaag verstandsverbijstering er een luchtige vorm aan te geven zonder de diepgang te verliezen. Petrovitsj heeft het er met zijn vrienden over en het komt zelfs tijdens zijn nachtelijke avonturen terug als een van zijn geliefden de televisie niet uit wil zetten tijdens het liefdesspel. Het boek begint met het verhaal van de oude mannen bij de brug. Niet wetend dat Petrovitsj daar geen onderdeel van is en op dat moment hele andere avonturen beleefd. Vanuit zijn ouderdom, de gesprekken met zijn generatiegenoten en de onverwachte ontknoping kijkt hij nuchter naar de ontwikkelingen. “Het ontwaakt: geen nieuw Rusland, maar een nieuw regime. Dat is alles. Niks bijzonders, ouwe jongens. Dat komt voor, dat komt overal van tijd tot tijd voor.” Schrik. De schrik van een man die betrapt en gesnapt wordt tijdens zijn nachtelijke dwalingen door huizen van anderen. De schrik van de oude mannen op de brug bij de gebeurtenissen in 1993 van de communisten. De schrik van het ouder worden. De schrik van de nacht. Allemaal verzacht, verlicht en schitterend door de maan. “Ik ben opnieuw euforisch: om me heen is het grootste spel van de lamploze maannacht. Fantastisch! Ik kan maar niet genoeg krijgen van deze schitterende nachtelijke weg. Zo zou je moeten leven, zonder die harde, brutale elektrische doorsnijding van de duisternis. Nu pas, in het maanduister, besef ik dat de lampen de nacht als frontchirurgen in stukken snijden. Meer hebben je ogen niet nodig. Onder mijn voeten is de weg goed te onderscheiden: maatwit, helemaal niet vaal. Levend.” Met prachtige woorden weet Makanin een heerlijk wonderlijk verhaal te vertellen van de grootse Kleine Rus. Het boek leest echt heerlijk en is zeker een aanrader met de prachtige beeldende taal, de heerlijke uitspraken, de diepgaande en luchtige dialogen en de humor door het gehele boek heen. Een boek vol wijsheden en aandoenlijke momenten en vertellingen. Het is niet een doorsnee onderwerp en Makanin weet dit op een krachtige, vakkundige en luchtige manier te vertalen. Schrik is een maatschappijkritisch en geestig boek. Ik vond het heerlijk om te lezen en heb er ontzettend van genoten en gelachen. Absoluut een aanrader! “De doorleefde momenten vormen de esthetiek van elke chaos. Je moet dankbaar zijn voor het leven.” Schrik van Vladimir Makanin, vertaald door Gerard Cruys en uitgegeven door De Arbeiderspers in 2008. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link.
0 Opmerkingen
Als je de hele wereld wilt veroveren, moet je eerst jezelf overwinnen ![]() Duivels , ook wel boze geesten of demonen genoemd is een provocerend boek van Russische schrijver Fjodor Dostojevski. Aan complexiteit geen tekort in het boek Duivels van Dostojevski. Ruim 700 pagina’s met een wirwar aan personages die in een kort tijdsbestek van slechts drie weken een heleboel gebeurtenissen in gang weten te zetten in het burgerlijk-feodale Rusland. Dostojevski schreef Duivels in 1871, geïnspireerd door de moord van een verrader uit eigen gelederen in de revolutionaire beweging in Rusland. Ondanks dat het boek 50 jaar voor de revolutie geschreven is, voel je door het gehele boek al de kiemen van een opstand en zindert het boek van de eerste tekenen en verwachtingen van een nieuw Rusland, een bevrijding en nieuwe start. Het verhaal speelt zich af in een provinciestad vlak bij Sint-Petersburg. Het begint met de idyllische, maar bijzondere relatie tussen Varvara Stavrogina en Stepan Verchovenski. Hij als voormalig lector aan de universiteit van Petersburg woont nu in een vleugel van haar landgoed, zij onderhoudt hem en het is duidelijk dat ze van elkaar houden. Na een zachte en lieftallige introductie neemt de verteller ons mee de stad in, langs de sociëteit, naar de buitenwijken. Daar ontmoeten we in het huis van Fillipov een breed scala aan vreemde snuiters. De vertroebelde ideologieën van deze ontnuchterende figuren wordt langzaam onthuld. Met iedere letter die je leest dring je dieper door in de rottende kern van het verhaal, en wordt je met je neus op de smerige werkelijkheid gedrukt. In intensieve gesprekken ontstaat het beeld van gekwelde en getroebleerde geesten van Kirillov en Sjatov en de anarchistische revolutionaire plannen en complotten die zij smeden met een intellectueel verwarde Nikolai Stavrogin en charismatische en gretige Pjotr Verchovenski. Ze zijn vastberaden om de bestaande sociale orde te ontwrichten. Lange tijden van voorbereiding, een vreemd scala aan gebeurtenissen en personages die allemaal ergens verbonden zijn met deze tijdsgeest onthullen een vervreemdend idee van hoe het leven zou kunnen zijn in de stad. Langzaam worden de destructieve gevolgen van politieke en ideologische manipulatie duidelijk en drijft het diverse personages tot wanhopige daden. Geestdrijverij, samenzwering, terrorisme, moord en zelfmoord leiden tot een chaotische gedroomde vrijheid. Het is een boek waarin het nihilisme en de dood van God een gang naar waanzin, ontbinding en dood vormen. Moord, zelfmoord en vele gekruiste belangen en intriges vormen een complex verhaal over vraagstukken rond macht, corruptie, geloof, en verraad. Je zoekt naar de belangen over en weer, ontdekt intriges en bevindt je in een algehele staat van verwarring net als een aantal van de figuren. Je beweegt tussen de kracht, rust en schoonheid van het vastgestelde idee in de Russische samenleving en de revolutionaire ideologie. Gespleten tussen de verschillende personages. Nihilisme is de overtuiging die de revolutionairen delen. Een overtuiging die door Dotsojevski niet gedeeld wordt. In Duivels laat Dostojevski zien hoe ver sommigen gaan om hun ideologie, hun politieke opvattingen, te verdedigen. Hij legt, met genoeg zwarte humor en ironie, nauwkeurig bloot tot welke buitensporigheden om het even welk fanatisme kan leiden, als een plaag die verrotting van de samenleving tot gevolg heeft. Hij onderzoekt het idee van nihilisme, de aantrekkingskracht van radicale ideologieën en de impact van morele crisis op het individu en de samenleving. Iets wat ook nu nog onverminderd relevant is. Immers: “De wereld is een vat vol gruwelen.” Ondanks de vele politieke ontwikkelingen, belangen en bewegingen is het boek geen politiek traktaat. Het is een verkenning van de vrije gedachte en de chaos die door vrijheid kan ontstaan. Ook de vuilheid van het verraad en de gedachten, het voortdurend bijstellen van ideeën over de personages en de confrontatie met het egoïsme laten je als lezer stilstaan bij eigen gedachten en aannames. Waar ik steeds mee bezig ben in mijn hoofd is dat een van de personages Pjotr op een gegeven moment geanalyseerd wordt door een van de andere personages in het boek. Deze zegt over Pjotr dat hij een beeld van iemand vormt in zijn hoofd en deze niet meer bijstelt of laat veranderen, ongeacht wie iemand is of wat die doet. Zijn gevormde beeld is leidend in zijn omgang met deze mensen. En daarmee is hij te bespelen. Het intrigeert mij en is iets waar we zelf iedere dag mee geconfronteerd worden, hoe vaak stel jij jouw gedachten over iemand bij en wat moet iemand doen om dat beeld te veranderen? En zoals Dostojevski zelf aanhaalt in het boek: “Als er alleen maar schoften bestaan, wat trouwens lulkoek is, dan is er ook geen behoefte aan fatsoenlijke mensen, zo is het toch?” Hans Boland's vertaling benadrukt de rijke nuances van Dostojevski's taal en brengt de intensiteit en de emotionele diepgang van de originele tekst prachtig over. Boland slaagt erin om de complexe dialogen en de filosofische bespiegelingen toegankelijk te maken zonder afbreuk te doen aan de intensiteit van het origineel. De kracht van deze vertaling ligt in het vermogen om de subtiele ironie en de tragische ironie van Dostojevski’s schrijven te behouden. Boland's vertaalwerk zorgt ervoor dat de lezer direct betrokken is bij de existentiële worstelingen van de personages. Het is een complex en provocerend boek van Dostojevski wat de chaos door vrijheid in een schrikbarend verhaal verkent. Er ontvouwt zich gedurende het boek een web van relaties en mensen die samen leiden tot een grote, chaotische en verwarrende ontknoping waarin de personages zelf ook de weg kwijt zijn. De langzame opbouw sleept je mee in het verhaal en de intriges in de stad. Het is onmogelijk om een kant te kiezen en je wordt heen en weer geslingerd tussen de goedzakken en de lastpakken. Ik heb ontzettend genoten van het lezen van dit boek, van kwaad tot meelevend en van verdrietig tot vreugdevol, Dostojevski laat het je ervaren met een heerlijke ironische ondertoon. Rijk gevuld met humor is dit een boek dat iedereen zou moeten lezen om de gevaren en de schoonheid van een land en volk met ideologieën te leren begrijpen. Duivels van Fjodor Dostojevski, vertaald door Hans Boland en uitgegeven door Athenaeum-Polak & Van Gennep in 2017. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. ![]() Op onze reis door Rusland kunnen we niet om Vladimir Nabokov heen, een magiër met taal die het verhaal van de underdog als geen ander kan vertellen. Zoek je op Nabokov, dan kom je snel bij ‘Lolita’ uit, zijn meest bekende boek dat nogal wat oproer met zich meebracht. Maar Nabokov is een productieve schrijver geweest en heeft vele andere boeken geschreven waaronder ‘Uitnodiging voor een onthoofding’ dat gepubliceerd is in 1938. En qua schrijfstijl blijft Nabokov in veel van zijn boeken subliem. Zo ook in ‘Uitnodiging voor een onthoofding’. ‘Uitnodiging voor een onthoofding’ is ontroerend, melancholisch, sprankelend en hoopvol, een bizar boek om te lezen. Nabokov speelt met gevoel en weet steeds te navigeren tussen wanhoop en troosteloosheid en hoop, tussen realiteit en waan. Hij kan als geen ander het verhaal vertellen van personen aan de zijlijn van de maatschappij. Hij durft zich te verplaatsen in deze karakters en weet hun verhaal te vertellen. Als ik de laatste pagina heb omgeslagen ben ik verwonderd over de nonchalance, kracht en emotie waarmee hij het verhaal weet over te brengen. Nabokov heeft in ‘Uitnodiging voor een onthoofding’ de ultieme underdog willen creëren en dat is zeker gelukt. We ontmoeten Cincinnatus bij de fluisterende veroordeling tot de dood en volgen hem naar zijn gevangeniscel in de vesting. De somberheid en eenzaamheid omringt Cincinnatus terwijl hij dromend van vrijheid en mijmerend over zijn leven een plek probeert te vinden in zijn cel. Al pratend in zichzelf maakt hij ons deelgenoot van zijn diepste zielenroerselen die veelal aan de sombere kant zijn. Eenzaam en zichzelf plaatsend tegenover de rest van de wereld op zoek naar bondgenoten volgen we Cincinnatus. De verwarring voor Cincinnatus is dat hij geen idee heeft waarom hij ter dood is veroordeeld en niet weet op welke dag het allemaal staat te gebeuren. Hij leeft naar iets toe waarvan hij niet weet waarom en wanneer, het is en blijft een mysterie. Cincinnatus is de ultieme antiheld, zijn advocaat laat hem in de steek, hij wordt per ongeluk vrienden met zijn beul en zijn vrouw wil hem verlaten en gaat voortdurend vreemd. Sterker nog, tijdens het bezoek van zijn vrouw neemt ze een man mee. Zijn geplande dood komt haar goed uit. Het is een opeenhoping van hopeloosheid en onwetendheid, een voortdurende zoektocht naar het waarom zonder antwoorden te vinden. De gevangenisbewaarders en zijn beul vinden dat hij niet moet zeuren. Heen en weer bewegend tussen droom en realiteit, ontsnapping en gevangenismuren, vrijheid en opsluiting ontstaat er een verhaal vol hersenspinsels. Cincinnatus loopt met regelmaat zijn cel uit en zelfs de gevangenis om de vrijheid even te voelen. Zijn het wanen of is het realiteit? Tijdens zijn opsluiting maakt hij al wachtend op de dood aantekeningen om zijn gedachten te ordenen, de ene keer met haast en de andere keer in rust en met de vraag waartoe. Zijn aantekeningen helpen hem alles weer beter te begrijpen. “Ik heb ongelijk als ik steeds herhaal dat er geen toevlucht in de wereld is voor mij. Die is er wel! Ik zal haar vinden! Een sappig ravijn in de woestijn! Een plek sneeuw in de schaduw van een steile bergwand! Maar dit is ongezond – wat ik doe: ik ben op het ogenblik zwak en wind mij op, verspil mijn laatste krachten. Welk een ellende, o, welk een ellende… En het is mij duidelijk dat ik nog niet de laatste laag van mijn angst heb verwijderd.” Het is een absurd boek in een magische wereld alleen dan opgesloten tussen de muren van een gevangeniscel. “Maar ik ben sindsdien al lang gewend geraakt aan de gedachte dat wat wij dromen noemen, een semi-realiteit is, de belofte van een realiteit, een glimp en een vleugje ervan.” We bevinden ons een groot deel van het boek in de gedachten en semi-realiteit, tussen de mooie illusie of droom en de hopeloosheid van de werkelijkheid. Of toch niet? Illusies en geestesverschijningen die vervlochten zijn met de realiteit waardoor je niet weet in welke wereld je je bevindt en je heen en weer geslingerd wordt tussen een weids palet gevoelens. Van euforisch en hoopvol naar een koude douche van teleurstelling als het dan toch niet zo blijkt te zijn. Het voelt alsof hij bedrogen wordt en hij is er bijzonder stil en rustig onder. Tot zijn eindconclusie: “Ik zie het nu allemaal heel duidelijk,’ schreef hij, ‘dat wil zeggen dat alles mij heeft bedrogen - al die theatrale, aandoenlijke nonsens - de beloften van een wispelturig meisje, de vochtige ogen van een moeder, het geklop op de muur, de vriendelijkheid van een buurman en tenslotte die bergen die een dodelijke uitslag ontplooiden. Alles heeft mij om de tuin geleid terwijl het duidelijk werd, alles. Dit leven is op dood spoor en ik had geen redding moeten zoeken binnen zijn grenzen.” Cincinnatus brengt diverse beelden bij me omhoog. Ik heb medelijden en ik snap zijn hopeloosheid in het ongewisse, maar als de gevangenisbewaarder hem lui en ondankbaar noem, snap ik dat ook. Het lijkt echter alsof niemand uit zijn leven er echt om geeft, voornamelijk zijn overspelige vrouw, dat hij ter dood veroordeeld is. Het is geen verwarrend boek om te lezen, maar ik voel me al lezend wel verward. Nabokov neemt je mee in de gedachten en moedeloosheid van zijn antiheld Cincinnatus. De onwetendheid over het moment waarop hij het schavot op geleid wordt maken droevig. “Wat een sterren, wat een gedachten en een droefheid daarboven, en wat een onwetendheid beneden.” En net als je alle hoop hebt verloren op een dag en Cincinnatus zich overgeeft aan de onwetendheid, wordt er een dag genoemd. Als lezer zweef ik voortdurend tussen afschuw en medeleven. De vraag is, zou het zo kunnen werken dat je in momenten van diepste wanhoop troost vindt in mooie dromen? Ik hoop het wel voor Cincinnatus. In een tijd waarin literatuur verheven werd tot grootse hoogte en vele fantastische schrijvers er een status mee wisten te verkrijgen, wil Nabokov het tegengewicht zijn. Voor Nabokov was de literatuur slechts een nutteloze maar verfijnde vorm van vermaak, die verlost moest worden van elke maatschappelijke relevantie. Door de woorden van Cincinnatus krijgen we een inkijkje in schrijven. Is dit de manier waarop Nabokov ook zijn woorden wist te combineren en onder andere dit kunstwerk wist op te schrijven? “Ik kan niet schrijven, maar met mijn misdadige intuïtie voel ik hoe woorden gecombineerd worden, wat met moet doen om een doodgewoon woord tot leven te brengen en het te laten delen in de glans, warmte, schaduw van zijn buur terwijl het zich weerspiegelt in zijn buur en aldus het naburige woord vernieuwt, zodat de hele regel een intens levend kleurenspel is; ik voel de aard van dit soort woordverwantschap maar ben desondanks niet in staat die te verwezenlijken; en toch is dat onmisbaar voor mijn taak, een taak die niet voor nu en niet voor hier is. Niet hier!” We kunnen leren van Cincinnatus hoe we dit boek kunnen en mogen lezen in de manier waarop hij met de boeken omgaat die hij van de bibliothecaris te lezen krijgt, relaxed en als een manier om de tijd te doden. Het is zeker ook een manier om dit boek goed te lezen, het over je heen laten komen en genieten van de mooiste woorden die door Nabokov op kunstige wijze worden gecombineerd tot een fenomenaal verhaal en een verfijnde vorm van vermaak! Uitnodiging voor een onthoofding van Vladimir Nabokov, vertaald door M. en L. Coutinho en uitgegeven door De Bezige Bij - Meulenhoff in 1970. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link. |
Wie ben ikMijn naam is Anne Kleefstra. Ik lees al mijn hele leven graag. Vele vakanties en vrije uurtjes heb ik met mijn neus in de boeken doorgebracht. En ik vind het heerlijk! Categorieën
Alles
Archieven
April 2025
|