Vreemd genoeg ben ik nooit bang geweest om dood te gaan. Niet omdat ik zo moedig ben, maar omdat ik niet kan begrijpen dat het mij zou kunnen gebeuren. ![]() ‘De morgenster’ is het eerste deel van een nieuwe reeks van Karl Ove Knausgård. Het boek is gepubliceerd in 2020, vertaald door Martin Mars en in Nederland gepubliceerd in 2021. Knausgård staat bekend om zijn vermogen om het alledaagse tot in de kleinste details te beschrijven en tegelijk universele, existentiële thema’s aan te snijden met in dit boek een leidend bovennatuurlijk fenomeen. In ‘De morgenster’ ontstaat een soort filosofische puzzel waarvan de contouren pas echt zichtbaar worden bij de laatste bladzijde – of specifieker: in het essay dat het boek afsluit. Het boek leest fijn en snel en er ontvouwt zich een intrigerend en diepgaand verhaal. Toch is het ook zoeken door het fragmentarische karakter. “Het mooie was het idee dat de duisternis onafhankelijk van hen inviel. Dat ze lagen te slapen terwijl buiten het licht uit de bomen en de bosgrond verdween en nog een tijdje zwak aan de hemel bleef schemeren. Tot ook die zwart werd en het enige licht in het landschap het schijnsel van de maan was dat door het wateroppervlak in de baai spookachtig werd weerkaatst.” ‘De morgenster’ opent met een astronomisch fenomeen: een mysterieuze nieuwe ster verschijnt plotseling aan de hemel. Het verbindt een reeks ogenschijnlijk losse verhaallijnen, die weinig met elkaar te maken lijken te hebben. We volgen verschillende personages, ieder met hun eigen achtergrond, levensfase en perspectief. Van een predikant die de liefde voor haar man verliest en worstelt met geloof en zingeving, tot een ziekenhuisverpleegkundige die geconfronteerd wordt met vreemde medische fenomenen, en van een tienerjongen met duistere gedachten tot een kunstenaar die mentale grenzen opzoekt. Zo nu en dan raken de personages elkaar en wandelen ze door elkaars hoofdstukken heen. De kracht van het boek ligt in de manier waarop Knausgård deze levens beschrijft: met een haast klinische nauwkeurigheid en tegelijk een voelbare empathie. Hij laat je als lezer intiem meekijken in het hoofd en hart van zijn personages, de wanhoop en zoektocht. “Ze leek net een meisje dat verdwaald was in de wereld en zichzelf vertelde hoe goed alles ging.” Er wordt gediscussieerd over religie, we zien psychisch lijden, we ontmoeten de dood en zien de zorg voor anderen en de wanhoop als dit niet lukt. En dan is daar het magische element aan de hemel, de grote morgenster, de supernova die oplicht aan de hemel. Is dit het begin van het einde of de redding die de personages in het boek zo wanhopig zoeken? Knausgårds personages reflecteren op het leven, de dood, geloof, het kwaad, hun identiteit en bewustzijn. “Ik wilde betekenis geven aan mijn leven. Maar ik kon niet geloven in iets waar ik niet in geloofde. Ik kon me er niet in storten en hopen dat iets daar me wel zou opvangen, heel simpel omdat ik niet geloofde dat er daar iets was.” Deze overdenkingen zijn niet geforceerd of abstract, maar ontstaan organisch uit hun dagelijkse bezigheden en confrontaties. Als Tove psychisch lijdt en haar man Arne zo goed mogelijk voor haar probeert te zorgen en de kinderen wil beschermen verliest hij de moed en verschuilt zich in drank. Knausgård lijkt er bewust voor te kiezen om het realisme te doorbreken met bijna metafysische observaties en gebeurtenissen. Soms scherpzinnig en soms wat over de top naar mijn idee. Hierdoor ontstaat wel een sfeer waarin het alledaagse en het bovennatuurlijke op natuurlijke wijze naast elkaar bestaan. Dat Knausgård het alledaagse tot in de minutieuze details kan beschrijven dat bewijst hij in dit boek ook weer. Hij gaat zeer gedetailleerd in op de beroepen en werkomgevingen van zijn personages. Of het nu gaat om een journalist en de honger naar nieuws, een verzorgende, een arts in het ziekenhuis of een predikant. “Waren deze gedachten, al die vormen van vooroordelen, zo vaak gedacht dat ze een deel van ons waren geworden ook al hadden we ze niet zelf gedacht?” Niet alleen de handelingen worden nauwkeurig geschetst, maar vooral de gedachtepatronen en overwegingen die bij het werk horen. De beroepen zijn geen toevallige setting, maar vormen een lens waardoor het grotere thema – de grens tussen leven en dood, mens en dier, goed en kwaad, zorgen voor jezelf en voor anderen – scherp in beeld komt. Het boek lijkt met elkaar verweven door kleine elementen die gedurende het verhaal duidelijk worden. Toch is er bij elke wisseling van perspectief een zekere afstand die opnieuw overbrugd moet worden – iets wat soms even schakelen vraagt als lezer. “Nu hield ik het meest van augustus. Dat was ook niet zo vreemd; ik stond midden in het leven, in een tijd waarin dingen worden voltooid, in het langzaam stagneren van de overvloed, vlak voordat die begint af te nemen en in een al even traag verval verdwijnt.” Als je vervolgens het essay aan het einde van het boek leest vallen alle puzzelstukjes op hun plaats van de filosofische en diepgaande lijn die door het boek verweven is en komen we uit bij de dood. Dit houdt de vraag overeind of dit het begin van het einde is of de redding. “De morgenster is een roman over het onbevattelijke, over het grote drama gezien door de beperkte lens van het kleine leven. Maar bovenal is het een roman over wat er gebeurt als de duistere kracht in de wereld wordt losgelaten.” Een boek wat in deze tijd zeker relevant is en waar een filosofisch onderzoekend perspectief geen kwaad kan. Het boek daagt uit tot nadenken over dat waar je goed mee doet en dat waar je kwaad mee doet, voor jezelf en de mensen om je heen. Bij de opdracht voor in het boek staat: “In die dagen zullen de mensen de dood zoeken, maar die niet vinden. Ze zullen ernaar verlangen te mogen sterven, maar de dood zal van hun wegvluchten.” En met deze opdracht is het hoofdthema in het boek duidelijk. Een uiterste wanhoop in zware tijden zonder te kunnen ontsnappen. Morgenster is een boek die je laat nadenken, verwart, verwondert en soms zelfs frustreert – maar altijd blijft boeien. Knausgård toont zich wederom een meester in het blootleggen van de duistere wanhoop in een wereld waar overvloed is. Sommige passages in het boek zijn ronduit verrassend, soms ook wat grotesk of onwaarschijnlijk. Voor wie bereid is zich over te geven aan het ritme en de veelheid aan perspectieven, is dit boek een wonderlijke zoektocht, een onderzoek naar religie en realiteit. “De schrijftaal is de horizon van de cultuur, de dood is de horizon van het leven, en dat mensen schrijftaal in de eerste plaats benutten om zich tot de dood te wenden, heeft op een wonderbaarlijke maar duidelijke manier betekenis.” De morgenster van Karl Ove Knausgård, vertaald door Martin Mars en uitgegeven door De Geus in 2021. Ben je nieuwsgierig geworden? Dit boek kan je onder andere bestellen via deze link.
0 Opmerkingen
Laat een antwoord achter. |
Wie ben ikMijn naam is Anne Kleefstra. Ik lees al mijn hele leven graag. Vele vakanties en vrije uurtjes heb ik met mijn neus in de boeken doorgebracht. En ik vind het heerlijk! Categorieën
Alles
Archieven
April 2025
|